Minister Wiersma wil Brussel inschakelen om problemen onderwijs op te lossen

Minister van Onderwijs Dennis Wiersma wil dat de Europese Unie gaat helpen om de problemen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs op te lossen. Bij zijn eerste bezoek aan Brussel stelt hij voor dat de Europese Commissie komt met standaarden voor de kwaliteit van het Europese onderwijs.

3 min. leestijd

Het voorstel van Wiersma breekt een Europees taboe. Onderwijs geldt uitsluitend als een nationale bevoegdheid. De Europese instellingen hebben geen rechtsmacht de lidstaten op het terrein van onderwijs de wet voor te schrijven.

Maar de situatie is volgens de VVD’er zo nijpend dat de tijd gekomen is om daar verandering in aan te brengen. Niet met meer formele bevoegdheden voor Brussel. Wel moet de Europese Commissie de lidstaten dwingen van elkaar te leren.

“Hoe kan je zorgen dat iemand van 12 jaar oud in Nederland in prestaties vergelijkbaar is met iemand van 12 in een ander Europees land?”, zegt Wiersma tegen de Nederlandse pers tijdens een kennismakingsbezoek aan de Nederlandse ambassadeur namens de EU.

Betonrot in het onderwijssysteem

Het valt Wiersma op dat in alle Europese landen de schoolprestaties van leerlingen dalen. Dat is ook terug te zien in de resultaten van de PISA-index, een internationaal vergelijkend onderzoek dat de basisvaardigheden van leerlingen meet.

“Als je ziet dat in de hele EU de problemen hetzelfde zijn en dat ook terugziet in de PISA-scores, dan zie je dat er betonrot zit in het systeem. Het hele Europese onderwijssysteem”, zegt Wiersma.

Alle Europese landen staan voor dezelfde problemen: een tekort aan leraren gecombineerd met dalende prestaties. Het is volgens hem veel beter dat Brussel met oplossingen komt dan dat elk EU-land zelf het wiel probeert uit te vinden. 

Dat 27 landen met 27 onderwijssystemen dezelfde problemen hebben, ligt volgens hem mede aan de digitalisering. Leerlingen overal in Europa lezen minder door allerlei digitale afleiding. 

Volgens Wiersma zijn de onderwijsprojecten van de Europese Unie nu te eenzijdig gericht op het hoger onderwijs en wetenschappelijke innovatie. Terwijl volgens hem juist het basisonderwijs en voortgezet onderwijs het fundament moeten zijn onder de Europese kenniseconomie. 

Hij vreest dat Europa de concurrentie met China niet aankan, als Europa niet fors investeert in de kwaliteit van de scholen. “Als je kijkt hoe leerlingen nu van school komen, gaan we dat dan redden? Ik twijfel daarover”, aldus de minister.

Europese onderwijsstandaarden

Concreet wil hij dat de Europese Commissie de lidstaten gaat helpen om van elkaar te leren en ook komt met Europese standaarden voor de kwaliteitseisen. Inclusief normen voor welke gegevens scholen moeten leveren over de prestaties van leerlingen.

Europa moet volgens hem niet meer formele bevoegdheden krijgen, maar wel de lidstaten ondersteunen bij het vinden van oplossingen voor problemen met het onderwijs in eigen land: “Wat werkt wel en wat werkt niet goed? Welke rode draad zit daarin, waarvan we eigenlijk moeten zeggen: dat zouden we samen Europees moeten oppakken?”

Het is een bijzonder verhaal voor een VVD’er om te pleiten voor meer Europese bemoeienis. Dat erkent Wiersma ook zelf. Hij spreekt over “onontgonnen terrein” en voelt zelf ook een “basisweerstand” om Brussel in te schakelen voor een onderwerp dat een nationale bevoegdheid is. Maar toch is het nodig. Een kwestie van voortschrijdend inzicht bij de jonge minister.

“Nu ik meer de Europese context zie, dan denk ik dat we allemaal hetzelfde probleem hebben. Het zou gek zijn als we per land gaan kijken wat het beste werkt.”