Luchtvaartsector moet verduurzamen, maar hoe?

Voor de verduurzaming van de luchtvaartbranche zijn er verschillende mogelijkheden. Maar makkelijk wordt het niet.

3 min. leestijd
Airplane on biofuel. Carbon neutral transportation concept. Vector illustration

De Thorbeckezaal in het Tweede Kamergebouw was vanmorgen het decor van een rondetafelgesprek over de verduurzaming van de luchtvaart. De luchtvaartsector is jaarlijks verantwoordelijk voor 2 tot 3 procent van de wereldwijde CO2-uistoot. Met het oog op een klimaatneutraal Europa in 2050, valt dus nog de nodige winst te behalen. Een sector die, anders dan bijvoorbeeld de olie- en gasbedrijven die op termijn zullen verdwijnen, de komende jaren onverminderd blijft groeien. Een duurzame groei, of in ieder geval een zo duurzaam mogelijke groei, is daarbij van groot belang.

Dat de luchtvaartsector onverminderd blijft groeien, is althans de mening van Joris Melkert, verbonden aan de opleiding Luchtvaart- en Ruimtevaarttechnologie aan de TU Delft. “Ik verwacht niet dat de wereldwijde luchtvaart op termijn gaat krimpen”, zei hij. “We hebben deze meivakantie wel weer gezien hoe verslaafd we met z’n allen zijn aan vliegen.” Om dat in goede banen te leiden moet er vanalles veranderen in de luchtvaartsector, met als belangrijkste ingreep: de brandstof. Melkert: “Dat kan en moet, maar het gaat geen makkelijke opgave worden.”

Brandstoffen

Het rondetafelgesprek van woensdag was opgedeeld in drie rondes waarin een delegatie Kamerleden experts en ingewijden uit de luchtvaartsector kon ondervragen. Het ging al snel over brandstof, met name over de duurzame opties. Dat zijn de volgende vier: biokerosine, synthetische kerosine, elektriciteit en waterstof. Biokerosine en synthetische kerosine worden momenteel al gebruikt. Synthetische kerosine moet in de toekomst dienen als brandstof voor lange vluchten. Waterstof, dat vooral lastig aan boord op te slaan is, kan in de toekomst worden ingezet voor middellange afstanden. Elektrisch vliegen voor de korte eindjes.

Kerosine – in een duurzamere variant ‘biokerosine’ – blijft dus onvermijdelijk een belangrijke rol spelen. Het voordeel van biokerosine is dat er minder CO2 wordt uitgestoten in het productieproces. De uitstoot tijdens het vliegen is hetzelfde als reguliere kerosine, maar de brandstof wordt duurzamer geproduceerd. Ook synthetische kerosine, dat momenteel al wordt gemaakt, is veel duurzamer dan kerosine: de brandstof is CO2-vrij, maar bij het productieproces zijn wel zeer grote hoeveelheden elektriciteit nodig.

Vliegen op waterstof en vliegen met elektromotoren is daarentegen nog toekomstmuziek. Voor waterstof staat de techniek nog in de kinderschoenen. Vliegtuigen die op waterstof vliegen bestaan nog niet. Datzelfde geldt voor elektrische vliegtuigen, hoewel daar in de nabije toekomst verandering in komt. Jan-Willem Heinen van Venturi Aviation vertelde dat een door zijn bedrijf geproduceerd elektrisch vliegtuig in 2030 de lucht in kan. Het toestel kan dan 44 personen vervoeren en maximum tot 350 à 500 kilometer ver vliegen. “Maar dat heeft vooral met de batterij te maken”, licht Heinen de beperkte vliegafstand toe. “En batterijtechnologie is echt een trend. Dus tussen nu en 2050 verwacht ik dat batterijen alleen maar beter zullen worden”.

Elektriciteit

Een betere batterij betekent een langere vliegafstand, maar zo’n betere batterij is iets voor de toekomst. Tot die tijd moet er dus hoofdzakelijk ingezet worden op duurzame kerosine. En bij het productieproces van synthetische kerosine is heel veel elektriciteit nodig. Elektriciteit die op termijn natuurlijk ook duurzaam moet zijn. Dat gaat onvermijdelijk voor problemen zorgen: genoeg duurzame elektriciteit is in de nabije toekomst niet voorhanden in Nederland. En de vliegtuigsector is niet de enige kandidaat voor die duurzame elektriciteit, vertelde Misha Valk, directeur van de Amsterdamse synthetische kerosinefabriek Synkero. “We moeten nadenken over de vraag waarvoor we duurzame elektriciteit willen gebruiken”, zei hij. “Wat mij betreft, wordt een bepaald deel daarvan besteedt aan de productie van duurzame kerosine. Maar de verdeling moeten we gezamenlijk aanpakken”.

De vraag is dus waar die duurzame elektriciteit het meest nodig is. Want met alle Nederlandse windparken, zonnecellen en de kerncentrale van Borssele is er voorlopig niet genoeg voor alle sectoren.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie