Onlangs uitte Eurocommissaris voor Landbouw Janusz Wojciechowski stevige kritiek op de Nederlandse landbouw. Die zou vervuilender zijn dan in de andere EU-lidstaten. Bovendien zou ons land een voorsprong hebben bij de vergroening van de Europese sector. EU-lidstaten die minder ontwikkeld zijn, worden volgens hem harder gestraft door de strenge regels van de Europese klimaatplannen (Green Deal). Om de doelstellingen te behalen, moeten zulke landen meer aanpassingen doen en meer geld uitgeven aan verduurzaming in de landbouw. In Nederland, waar de landbouw verder gemechaniseerd is, is dat volgens de Wojciechowski in mindere mate het geval.
Die voorsprong vond Wojciechowski niet eerlijk ten aanzien van de andere lidstaten. Dus zorgde hij er eigenhandig voor dat de goedkeuring van de Nederlandse plannen om in aanmerking te komen voor Europese landbouwsubsidies, in de vrieskast belandde. Minister van Landbouw Piet Adema liet in Brussel luidkeels merken niet gediend te zijn van deze vertraging. Dat wierp zijn vruchten af: de Nederlandse boeren krijgen nu toch hun geld voor de periode 2023-2027.
Brusselse treuzelaars
Nederland diende als één van de eerste EU-lidstaten haar plannen in om de ongeveer 4,7 miljard euro aan landbouwsubsidies voor de komende vier jaar binnen te halen. Maar de plannen van andere landen werden eerst goedgekeurd, terwijl Nederland telkens achterin de rij moest aansluiten. Maar na tegengeluid van minister Adema is de Europese Commissie toch bijgedraaid.
Eurocommissaris voor Landbouw Janusz Wojciechowski wilde strenger zijn voor de ‘industriële’ Nederlandse landbouw dan voor de minder ontwikkelde en kleinschaligere boeren in bijvoorbeeld Oost-Europa. Hij zou binnen de Europese Commissie over Nederland hebben geklaagd. Volgens Adema mag de Eurocommissaris heus zijn eigen mening hebben over de landbouw, maar de minister vond niet dat dit voor oponthoud moest zorgen.
Adema heeft de Eurocommissaris hoogstpersoonlijk aangesproken op zijn kritiek, toen hij met andere EU-ministers van Landbouw in Brussel bijeenkwam. Hij heeft zijn frustratie ook bij hen bekend gemaakt. Hij vond het “frustrerend dat de goedkeuring van de Nederlandse landbouwplannen opgehouden werd, want ik denk niet dat we dat verdienen”, zei Adema na afloop. “En ik ben niet de enige die dat zegt, ik hoor het hier vaker. Onze boeren willen aan de slag en willen weten waar ze aan toe zijn.” Nu de Europese Commissie het plan heeft goedgekeurd, weten boeren waar ze aan toe zijn.
Waarop kan de boer rekenen?
In totaal krijgen Nederlandse boeren binnenkort dus meer dan vier miljard euro op hun rekening gestort. 1,4 miljard euro hiervan is bedoeld om boeren te ondersteunen om zich beter aan te passen aan nieuwe milieu- en klimaatvoorschriften. 107 miljoen euro is bestemd voor jonge landbouwers. Bijna 800 miljoen euro zal worden gebruikt om landbouwers aan te moedigen en te ondersteunen om niet-productieve gewassen te planten en bijvoorbeeld minder pesticiden te gebruiken als beschermingsmiddelen.
Landbouwers kunnen ook rekenen op meer financiële steun bovenop hun reguliere inkomen. En er zal elk jaar geld beschikbaar zijn om de kosten van een weersverzekering voor landbouwers te dekken. Zo kunnen zij vergoed worden als hun oogst door droogte of overstroming verloren gaat. Volgens de Europese Commissie zal de financiële steun voor de Nederlandse landbouw naar verwachting ongeveer 2.500 banen scheppen en ongeveer 55.000 boeren de mogelijkheid geven om advies te krijgen of opleidingen te volgen op het gebied van milieu of klimaat in de landbouw.
