Onderwijs in Europa moet aan Europese standaarden voldoen. Pas daarna kan er gekeken worden naar wederzijdse erkenning tussen voorgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in verschillende lidstaten. Dat is de inzet van Nederland tijdens onderhandelingen met lidstaten over wederzijdse erkenning van opleidingen. Mbo diploma’s worden niet overal in Europa erkend.
Wederzijdse erkenning
Hbo- en universitaire opleidingen worden al wederzijds erkend in Europa. Zo kunnen leerlingen op een hbo-opleiding zonder al te veel problemen overstappen naar een opleiding in het buitenland. Ze nemen dan de behaalde studiepunten mee naar de nieuwe opleiding.
Lidstaten willen de wederzijdse erkenning van opleidingen in Europa stimuleren. Vooral voor het vo en mbo zijn daar volgens de lidstaten nog stappen te zetten. Het zou betekenen dat het ook voor vo- en mbo-studenten makkelijker wordt om in het buitenland te studeren.
Kwaliteit
Nederland moedigt alle lidstaten daarom aan om de bestaande afspraken over de kwaliteit van opleidingen na te leven. Zo bestaat er al Europese wetgeving die scholen oproept om meer samen te werken. Daarnaast zijn er minimale doelstellingen voor bijvoorbeeld leesvaardigheid van leerlingen of slagingspercentage.
