De klassieke zaal van Filmhuis de Spiegel loopt langzaam vol. Tieners zoeken hun plekjes op de rode zetels en buiten de zaal staan de deelnemers van het Model European Parliament jongerendebat met gezonde zenuwen te wachten. Het is een keer wat anders. Geen oude grijze mannen die al jaren in de politiek zitten, maar jonge kandidaten die het tegen elkaar opnemen voor de Europese verkiezingen.
Ze komen allemaal uit het zuiden van Nederland en staan, op een of twee uitzonderingen na, helaas op een onverkiesbare plek. Opvallend is Fabienne Hendriks, nummer zes op de VVD-lijst. Ze springt er niet alleen uit omdat ze de enige is die mogelijk een zetel wint, haar inbox zit inmiddels vol met cv’s van mensen die op een baantje in Brussel hopen, maar ook omdat ze veertig is. De oudste deelnemer aan het jongerendebat. Jongere lokale VVD’ers waren moeilijk te vinden.
Vetorecht
Dat vooral jongeren in het publiek zitten, weerhoudt de organisatie er niet van met scherpe stellingen te komen. “De EU is een tandeloze tijger”, wordt de kandidaten voorgelegd. “Moet de EU af van het vetorecht?” is de vraag. Een peiling bij het publiek wijst uit dat de meeste jongeren dat wel zien zitten, ze willen dat EU-landen in de Raad besluiten nemen gebaseerd op meerderheid in plaats van unanimiteit. Volt-kandidaat Teun Janssen grijpt direct naar de microfoon. Hij wil af van het vetorecht als het om buitenlandbeleid gaat. Hij maakt een vergelijking. “Het vetorecht in de EU is alsof de stad Heerlen Nederlandse wetgeving kon blokkeren.” Hij krijgt applaus uit de zaal.
De jongeren in de zaal bestaan vooral uit leden van regionale politieke jongerenorganisaties. Zo wist de jongerenorganisatie van de SP, Rood, een grote delegatie mee te nemen. Dat is geen verrassing. De SP doet het altijd goed in Heerlen en de regio daaromheen. Een gevolg van de verarming na het sluiten van de mijnen. Maar ook uit de rest van Limburg zijn jongeren met de trein naar Heerlen getrokken. Een delegatie van de JD, de jongerenpartij van D66, maar ook het CDJA (CDA) en de JOVD (VVD). Zelfs twee meisjes uit het buitenland steken hun hand op wanneer gevraagd wordt wie nog niet mag stemmen op de kandidaten die voor ze staan. “Wij zijn van België”, lichten ze toe. Anders dan de rest van de zaal. Die jongeren komen wel uit Nederland, maar mogen nog niet stemmen omdat ze te jong zijn.
Daadkrachtig EU
Ook Pepijn Pi van de Venne, de D66-kandidaat die overigens bij de CDA-kandidaat in de klas zit, is het eens met de stelling. Door het vetorecht heeft de minderheid van de EU-landen veel te veel macht, vindt hij, “en legt zo de EU lam.” Er is al langer commentaar op het vetorecht in Brussel. Hongarije heeft al meerdere keren Europese sancties tegen Rusland of militaire hulp aan Oekraïne weten te blokkeren door zijn veto uit te spreken.
Tegenstanders van de stelling zijn de kandidaten van de SP en NSC. “Als we het vetorecht afschaffen, krijgt de Raad (de EU-instellingen die de regeringen van de verschillende lidstaten vertegenwoordigt, red.) te veel macht”, stelt hij. En dat is volgens Roovers vooral slecht omdat de Raad een ondemocratische instelling zou zijn. De SP’ers in de zaal laten luid van zich horen. Ook Naomi Yogi-van Loon, nummer vier op de lijst van NSC, ziet het niet zitten. EU-landen hebben nu eenmaal eigen belangen bij buitenlandbeleid. Denk aan Hongarije dat nog steeds afhankelijk is van gas uit Rusland. Een afschaffing van het vetorecht zou ook Nederlandse belangen schaden, stelt ze.