Met verbazing las Michiel Hoogeveen (JA21) de aanbevelingen van de Conferentie over de Toekomst van Europa, een panel waarin Europese burgers hun mening geven. Het ging over transnationale kieslijsten, de Europese Raad die ‘Europese Senaat’ genoemd moet worden en het debat over een Europese grondwet. “Ik wist niet dat de burgers dit wilden,” zei Hoogeveen tijdens zijn bijdrage in het debat over het burgerpanel. De Europarlementariër vroeg zich af, zijn die burgerpanels wel representatief?
De Conferentie over de Toekomst van Europa is een experiment met burgerraadpleging om Europese besluitvorming beter aan te laten sluiten op wat gewone burgers willen. Het gaat om Europa heruitvinden en prioriteiten van de toekomst vinden.
Europese openbare ruimte
In de nieuwste aflevering van podcast Café Europa wordt de conferentie ook besproken. Een dossier-aflevering waarop hardop de vraag wordt gesteld of het wel een goed mechanisme is om de opinie van de gewone EU-burger te peilen.
Bij presentator Annette van Soest en hoogleraar Mathieu Segers is schrijver en cultuurhistoricus David van Reybrouck te gast. Van Reybrouck is fan van burgerpanels. Zijn reden is heel simpel: je ziet dat het werkt, kijk naar Ierland bijvoorbeeld. Maar of het ook voor de Europese Unie werkt is de volgende vraag.
Het is ‘spectaculair’ zegt Van Reybrouck enthousiast. “Voor het eerst praten honderden gewone mensen van verschillende Europese lidstaten met elkaar. Er ontstaat een Europese openbare ruimte.”
Inbreng wordt ondergesneeuwd
Van Reybrouck heeft ook kritiek op hoe de Europese Unie dit gesprek heeft georganiseerd. Het is bedoeld voor gewone burgers, maar lang niet iedereen weet ervan af. Kijk naar het digitale platform waarbij iedereen zijn mening kan delen. “Bijna niemand reageert, behalve eurofiele mannen van boven de vijftig.” Van Reybrouck noemt het ‘volkomen idioot’.
Ook ziet Van Reybrouck hoe de zinvolle inbreng van burgers tijdens het panel ondergesneeuwd wordt door politieke belangen. Belangrijk bij burgerpanels is volgens Van Reybrouck dat mensen de tijd krijgen om naar elkaar te luisteren, zelf experts uit te nodigen en van mening te veranderen.
Van Reybrouck is wel positief over de eerlijke en diverse selectie van 200 EU-burgers die tijdens het burgerpanel over de toekomst van Europa spraken. Maar de cultuurhistoricus is kritisch als het gaat om hoeveel er besproken moet worden in de korte tijd met de deelnemers, en de manier waarop. “Ik denk dat ze veel te veel onderwerpen moeten behandelen, veel te weinig tijd krijgen en te veel aanbevelingen formuleren. Dat krijg je als je te weinig tijd hebt, dan maak je een langer boodschappenlijstje. Er is te weinig tijd om echt het verschil uit te vechten.” Daarnaast zijn de experts die de burgers informeren gekozen door de Europese Unie in plaats van door de burgers zelf en dus niet onafhankelijk.
“Ik vrees dat de aanbevelingen na afloop worden geselecteerd door degenen die daar uiteindelijk mee aan de slag gaan,” zegt Reybrouck. Hij doet alvast voor het zal gaan: “Dank u voor uw verlanglijstje met 130 aanbevelingen. We zullen er 5 uitpikken.” Dus wat dat betreft zit het Europese burgerpanel niet goed in elkaar volgens Reybrouck.
Eerder spraken we voor Brusselse Nieuwe met Ymare Halen-van der Sluis, één van de 32 Nederlandse deelnemers die haar mening gaf over de Europese Unie tijdens het burgerpanel. “In de plenaire zaal waren mensen emotioneel,” vertelde Halen-van der Sluis. “Ik denk dat 80% huilend aan de microfoon stond. Ik denk dat ze oprecht het gevoel hadden dat ze gehoord werden en daar heel blij om waren.”