Ruim een maand is ze nu burgemeester van Groningen. Kamminga, die eerder werkte bij Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en als VVD-Kamerlid verantwoordelijk was voor internationale handel, veiligheid en regionale ontwikkeling, ziet haar terugkeer niet als een stap terug, maar als een strategische keuze. “Ik ben een noorderling. Hier voel ik me thuis. Maar ik wil ook dat we als stad en regio veel zichtbaarder worden. Niet alleen lokaal, maar ook in Brussel. Die verbinding moet sterker.”
Op het eerste gezicht lijkt het opvallend: iemand met haar internationale profiel die kiest voor lokaal bestuur. Maar Kamminga ziet juist daar de meeste invloed. “Ik dacht altijd dat je in Den Haag of bij de VN moest zitten om echt impact te maken. Maar uiteindelijk zie je: de meeste invloed heb je in je eigen straat, je wijk, je gemeente. Daar merkt de inwoner wat overheid betekent, of wat die niet betekent.”
Juist door haar Haagse en internationale ervaring kijkt ze anders naar de rol van Groningen in het grotere geheel. “Ik snap de logica van Brussel en Den Haag. En ik weet: als je daar iets wil bereiken, moet je op tijd aan tafel zitten. Niet pas als het besluit al genomen is. We zijn in Nederland nog te afwachtend, zeker als regio’s. Andere landen doen dat slimmer. Daar kunnen wij echt nog iets van leren.”
Groningen als economische motor
Die les wil ze toepassen in haar nieuwe functie. Volgens Kamminga is het tijd dat Groningen zich nog steviger profileert als innovatieve regio, met een verhaal dat net zo krachtig is als dat van andere economische regio’s. “Brainport Eindhoven doet dat al jaren met succes. Want ik denk dat wij in het noorden minstens zo’n verhaal hebben.”
Ze wijst op sectoren als AI, de waterstofeconomie, gezond ouder worden en de energietransitie. “Groningen is van oudsher een energieprovincie. Van turf, naar gas, naar wind en waterstof. Dat zit in onze geschiedenis én in onze toekomst. En dat verhaal dragen we niet alleen lokaal, maar ook nationaal en Europees uit. We hebben hier de kennisinstellingen, bedrijven en opleidingen die daarop aansluiten. Dat is onze kracht.”
Wat in Groningen gebeurt, heeft volgens haar bredere betekenis. “De innovaties die we hier ontwikkelen, zijn relevant voor heel Nederland. En in veel gevallen ook voor Europa. Neem de Lelylijn – dat is geen regionaal speeltje, maar een schakel in de verbinding met Hamburg en Scandinavië. Als we toewerken naar betere Europese treinverbindingen, is Groningen de poort.”
Hoewel het demissionaire kabinet de eerder gereserveerde drie miljard euro voor de Lelylijn elders heeft besteed, blijft Kamminga strijdbaar. “Ik heb vanuit de Rijksoverheid nog niet gehoord dat zij de Lelylijn niet meer steunen. Daar ga ik ze ook aan houden.”
Met Den Haag en Brussel moet je op tijd aan tafel zitten, niet pas als het besluit al genomen is.
Regionale samenwerking
Om het noorden steviger op de kaart te zetten, is samenwerking tussen Groningen, Friesland en Drenthe essentieel. Maar die samenwerking staat onder druk sinds Friesland uit het Samenwerkingsverband Noord-Nederland stapte. Kamminga ziet dat vooral als een bestuurlijke realiteit waar je mee moet omgaan. “Je moet ruimte houden voor eigen accenten. Maar op grote thema’s, zoals de Lelylijn of de klimaattransitie, trekken we samen op. Ik heb Friesland niet horen zeggen dat ze die behoefte niet meer hebben.”
Dat geldt ook voor haar eigen stad, zegt ze. “Wij vinden de komst van de AI-fabriek heel belangrijk. Dat is voor ons echt een speerpunt. Maar dat betekent niet dat we niet meer meeknokken op thema’s zoals de Lelylijn. Het gaat om het zoeken van balans: maatwerk én samenwerking.”
Over Roelien Kamminga
Roelien Kamminga (1978, Zuidbroek) studeerde internationale betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze begon haar loopbaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en stapte later over naar Binnenlandse Zaken, waar ze onder meer hoofd openbare orde en veiligheid was. Ook leidde ze de crisisorganisatie en was ze kort plaatsvervangend DG wederopbouw voor Sint Maarten na orkaan Irma. Van 2019 tot 2021 was ze programmadirecteur ‘Groningen versterken en perspectief’, gericht op de gevolgen van de gaswinning. Daarna zat ze vier jaar in de Tweede Kamer voor de VVD, met onder meer handel, ontwikkelingssamenwerking en regionale ontwikkeling in haar portefeuille. Sinds juli 2025 is ze burgemeester van Groningen.
Koerswijziging in Europa
Die balans geldt niet alleen binnen de regio, maar ook richting Brussel. Kamminga pleit voor meer directe betrokkenheid van steden en regio’s bij Europese besluitvorming. “Ik hoop dat Europa zich meer realiseert dat beleid lokaal landt. En dat regio’s dus mee moeten kunnen denken, niet alleen uitvoeren. Als je generieke doelen stelt, moet je ook begrijpen dat niet elke regio op hetzelfde punt begint. Je moet meedenken, niet alleen opleggen.”
Dat geluid klinkt op een moment dat de rol van regio’s binnen de EU weer onderwerp van discussie is. In het voorstel voor de nieuwe Europese meerjarenbegroting wil de Europese Commissie af van directe financiering voor regio’s. In plaats daarvan zouden middelen via de lidstaten lopen. Voor Kamminga is dat niet per se een probleem. “Wat essentieel is: dat we als regio’s invloed houden op beleid. Daar gaat het om.”
Over de toon van de nieuwe Europese Commissie is ze voorzichtig positief. “Ik zie een trend naar meer uitvoerbaarheid. Meer denken in oplossingen in plaats van alleen in principes. Dat is goed. Maar het moet nog wel blijken.” Ze noemt in dat verband ook Eurocommissaris Wopke Hoekstra, die “terecht aandacht vraagt voor de praktijk achter het beleid”. “Die lijn moeten we vasthouden.”
Vertrouwen herstellen
Uiteindelijk draait het voor haar om geloofwaardigheid: in Den Haag, in Brussel, maar vooral in Groningen zelf. “We zijn in het nieuws gekomen door de aardbevingsproblematiek. Die schade is nog lang niet opgelost, maar we zitten nu eindelijk in de fase van uitvoering. Voor mij is het geslaagd als mensen over een paar jaar kunnen zeggen: ‘Het voelt echt als een nieuwe start.’”
Tegelijk wil ze dat Groningen afrekent met het beeld van de afhankelijke regio. “We hebben ontzettend veel te bieden, maar we moeten de koppeling beter maken tussen de lokale praktijk en de grote Europese doelen. Als we willen dat inwoners Europa vertrouwen, moeten ze dat in hun eigen straat terugzien. En dat begint met zichtbaar zijn – in Brussel én in Groningen zelf.”
Meer van dit soort interviews? Neem een kijkje bij onze nieuwsbrieven en ontvang exclusief nieuws uit Brussel, Den Haag en de rest van Europa in jouw mailbox.