Het gras wordt zo groen als bij de buren: 900 miljoen voor grensregio’s

Nederlandse regio’s in de nabijheid van buurlanden België en Duitsland profiteren niet alleen van grensoverschrijdende samenwerking, maar kampen ook met bijzondere uitdagingen: tijd voor een duwtje in de rug.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

De Nederlandse regio’s die grenzen aan buurlanden België en Duitsland plukken doorgaans de vruchten van de kennisuitwisseling en de samenwerking die er plaatsvindt en de werkgelegenheid daar. Toch zorgt de nabijheid van een buurland voor specifieke uitdagingen: van grensoverschrijdend openbaar vervoer tot veiligheidskwesties als drugscriminaliteit. Om werken, wonen en leven in de regio’s te verbeteren, trekt de overheid 900 miljoen euro uit voor het programma Regio’s aan de Grens.

Regio Deal

Een samenwerkingsafspraak tussen de Rijksoverheid en de regio die in de desbetreffende regio de zorg, het onderwijs, de veiligheid en de economische stabiliteit moet versterken: dat is een zogenaamde Regio Deal. Minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken hoopt meer van deze Regio Deals te sluiten, ook met grensregio’s. Zo schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. 

Zulke deals met grensregio’s werden in het verleden al gesloten met regio’s in Zuidoost-Drenthe, Oost-Groningen, Limburg en Zeeuws-Vlaanderen, maar daar mag nog wel een schepje bovenop, vindt Minister Bruins Slot. “Investeringen ter versterking van deze regio’s zijn namelijk niet alleen goed voor deze regio’s zelf, maar komen ten goede aan heel Nederland.”

Vier sporen

Hoe de inhoud van het pakket aan Regio Deals er precies uit komt te zien, zal minister Bruins Slot deze zomer nog in een brief toelichten. De verwachting is dat men de eerste Regio Deals begin 2023 sluit. Toch zijn de grote lijnen van het programma al duidelijk. Zo wordt er ingezet op de versterking van de regio’s door te werken op vier terreinen – zogeheten ‘sporen’:

Het eerste spoor focust op de regio’s aan de grens. Men bekijkt welke grensregio’s het meeste last ondervinden van de nabijheid van buurlanden en of deze gebieden veel baat zouden hebben bij het versterken van de grensoverschrijdende samenwerking. Bij het tweede spoor bekijkt de overheid op welke manier het nationale beleid de specifieke regio’s beïnvloedt. Men kijkt of nationaal beleid in Nederland resulteert in moeilijkheden aan de grens; bijvoorbeeld bij het openbaar vervoer, voor wie van Nederland naar België reist.

Spoor drie focust op de evolutie van bestaande afspraken tussen Nederland en de buurlanden België en Duitsland. Zo heeft de overheid samenwerkingsafspraken gemaakt met Nedersaksen (in het noordwesten van Duitsland) en met Vlaanderen. Die afspraken worden nu uitgebreid op het vlak van veiligheid en werkgelegenheid. Tot slot zal met het vierde spoor aandacht worden besteed aan de kennis- en informatievergaring over Nederlandse regio’s. De overheid bekijkt de resultaten van de regionale monitor brede welvaart (‘brede welvaart’ houdt zaken in als onderwijs, materiële welvaart en gezondheid) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en stemt daar de steun voor de regio’s op af.