Het gasprijsplafond: is de eindstreep in zicht?

Gisteren kwam de Europese Commissie met een voorstel voor een Europees gasprijsplafond. Het resultaat was een compromis waar niemand zin in heeft. Morgen is het desondanks aan de EU-ministers van Energie om zich voor de zoveelste keer op het dossier te storten.

4 min. leestijd
The blue flame of a gas stove in the dark. Gas burner on the background of the map and the flag of the European Union. The concept of gas consumption in Europe

De Europese Commissie zal er stilaan wel knettergek van worden: een deel van de lidstaten wil een glashard gasprijsplafond zien, terwijl dat voor de rest een absoluut taboe is. Toen de Europese Commissie vorige maand heel voorzichtig liet vallen dat het haar zelf ook niet zo’n goed idee leek, kreeg het keihard het deksel op de neus. Om uw mening hebben we niet gevraagd, klonk het vanuit het pro-kamp, dat België, Griekenland en Italië heeft als voormannen.

Samen met Duitsland staat Nederland vooraan op barricade van het tegen-kamp. Hun voornaamste argument: als wij minder bieden voor gas dan de rest van de wereld, kan dat onze leveringszekerheid in gevaar brengen. Of zoals premier Mark Rutte het na de vorige Europese top eloquent verwoordde: “Je wil niet dat binnenkort de lng-schepen zeggen: ‘Doei doei, zak er in! Wij varen naar China.’” Als met die zorg rekening zou gehouden worden, is het kabinet niet principieel tegen een prijsplafond. 

Moeilijke bevalling

Maar juist die zorg dwong de Europese Commissie in een vrijwel onmogelijke spreidstand. Na veel puffen en persen, kwam ze toch met een voorstel voor een gasprijsplafond. Tenminste, om het een kans op slagen te geven, moesten er zo veel compromissen in worden verwerkt, dat de Commissie het niet meer zo kon noemen. Vandaar de hippe naam ‘het marktcorrectie-mechanisme’.

“Dit mechanisme zal de prijs bevriezen, wanneer aan twee voorwaarden voldaan is”, vertelt Eurocommissaris voor Energie Kadri Simson. “Allereerst moet de gasprijs twee weken lang de grens van 275 euro overschrijden. Ten tweede moet het verschil tussen gasprijs op de Europese markt en de wereldwijde prijs van vloeibaar aardgas minstens 58 euro zijn.”

Die tweede voorwaarde is technisch, maar wel van cruciaal belang om te voorkomen dat de schepen met vloeibaar aardgas Europa overslaan. Dat zit zo: het plafond mag enkel ingrijpen wanneer de Europese markten “irrationeel panikeren” en de prijs omhoog speculeren. Een groot verschil tussen de Europese en de wereldprijs is daarvan een indicatie. Wanneer de gasprijs overal in de wereld stijgt en je zou dan weigeren om meer dan die 275 euro te betalen, kun je er zeker van zijn dat de schepen gewoon elders gaan verkopen. Niet-Europese landen zitten in dat geval immers in hetzelfde schuitje.

Nee is nee

De Europese Commissie mag dan nog zo haar best hebben gedaan, Nederland heeft nog steeds bitter weinig zin in het plan. “Ingrijpen in de gasmarkt zal altijd gevolgen hebben voor het aanbod en de prijzen. Daarom blijven wij terughoudend”, vertelt een senior EU-diplomaat. Daarbij moet hij wel toegeven dat de Commissie “zo goed en zo kwaad mogelijk” heeft geprobeerd er iets van te maken, maar dat dit voor Nederland “nog steeds onvoldoende is”. Nederland blijft erop hameren dat het maar twee oplossingen ziet om de energiecrisis structureel aan te pakken: minder energie consumeren of andere energiebronnen, zoals hernieuwbare energie, aanwenden.

CDA-Europarlementariër Tom Berendsen vindt het voorstel ook maar niets: “Een Europees gasprijsplafond blijft een slecht idee, ongeacht het label dat je erop plakt. In onzekere tijden moet je niet gaan spelen met leveringszekerheid. Lidstaten doen er beter aan om al deze energie in te zetten op gezamenlijke langetermijncontracten met leveranciers.” De Europese PvdA-fractie liet weten eerst te willen wachten op wat de lidstaten uiteindelijk besluiten, alvorens zelf te reageren op het voorstel.

Maar ook de lidstaten uit het kamp dat voorstander is van een prijsplafond, reageren onthutst door de hoeveelheid water die bij de wijn is gedaan. Van een ‘echt’ gasprijsplafond valt er immers nauwelijks nog te spreken. In de tussentijd is het de vraag hoe lang dat kamp, waar al vijftien lidstaten in zitten, het nog slikt dat een minderheid van de lidstaten haar wil doordrukt. In het ergste geval zou het pro-kamp kunnen besluiten om uit onvrede dan ook maar andere energiedossiers te gaan blokkeren.

Komt het ooit nog goed?

Op die manier is het geesteskind van de Commissie dus een klassiek Europees compromis: niemand is er gelukkig mee, en iedereen is vooral boos op de Commissie. De geschiedenis leert echter dat dit vaak de enige manier is om moeilijke dossiers te verteren. Desondanks ziet de senior EU-diplomaat nog bijlange na geen akkoord onder lidstaten: “Dit dossier is ondertussen zo uitgekauwd en politiek geworden, dat ik de twee visies nooit meer zie herenigen.”

Morgen is het in elk geval aan de Europese ministers van Energie om toch nog maar eens een zoveelste poging te doen om schot in de zaak te krijgen. Zoals de kaarten er nu voor liggen, is de kans dat dit een succes wordt, minimaal. Naar alle verwachtingen zal het prijsplafond vervolgens ‘retour afzender’ naar de Europese leiders gestuurd worden, die halverwege december bij elkaar komen in Brussel. Vorige maand nog, hadden juist zij dit hoofdpijndossier naar onder gedelegeerd: naar hun energieministers.