Groningen beeft, maar de kiezer staat machteloos

6 min. leestijd

Wat hebben gemeenten met Europa te maken? Waarom slaagt de ene gemeente er wel in om subsidie uit Brussel te krijgen, terwijl de andere met lege handen blijft staan? En speelt Europa een rol bij de stembusgang volgende week? Aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen belicht Brusselse Nieuwe elke dag een Europees aspect van de relatie tussen gemeenten en Europa.

Het verkiezingsdebat in de gemeente Het Hogeland is bijna afgelopen als debatleider Femke Wolthuis nog een laatste stelling inbrengt. “We weten allemaal van de problemen in Oekraïne”, zegt ze. “En we weten ook dat het mogelijk gevolgen heeft voor de gaswinning in Groningen. Ik wil alle acht fractievoorzitters vragen om daar even kort hun mening over te geven.” De zestig toeschouwers gaan rechter op hun stoel zitten en kijken gespannen naar het podium. Hoewel ze allemaal weten dat het toch niet uitmaakt wat de lokale politici gaan zeggen: er wordt over dit onderwerp nooit naar hen geluisterd.

Zalencentrum De Hoogte in het Noord-Groningse Winsum is op maandagavond 7 maart het decor van een verkiezingsdebat. Dat gaat over van alles, maar nauwelijks over het grootste probleem dat de gemeente Het Hogeland teistert: de aardbevingen die plaatsvinden als gevolg van de gaswinning. Daarover heeft Het Hogeland namelijk niets te zeggen, waardoor niemand op gemeentelijk grondgebied iets aan de situatie kan doen. Want de gemeente bepaalt zelf niet hoe hard de aarde trilt, dat doet de landelijke politiek in Den Haag. Die blijft – mede door levercontracten met Europese landen als Duitsland – verplicht gas uit de Groningse bodem weg te halen.

De lokale politiek voelt zicht intussen machteloos, ook omdat de kiezer haar wel afrekent op de bevingsschade. “Het hele dossier heeft er voor gezorgd dat we met elkaar het vertrouwen van de inwoner bijna niet meer hebben”, zegt PvdA’er Mariëtte de Visser de tegen de zaal en haar mede-politici. “Hoe groot ons hart voor Oekraïne ook is, we kunnen er niet in mee.”

Afwikkeling

Dat zegt ook Bernd de Jong, fractievoorzitter van de lokale ChristenUnie en kenner van het aardbevingsdossier. Maar tegelijkertijd geeft hij toe eigenlijk geen invloed te hebben op de gasboringen. “We zijn een van de partijen in het gaswinningsverhaal”, vertelt De Jong, die al ruim voor het debat in De Hoogte is. “Maar zonder écht een partij te zijn. De minister bepaalt wat er mag, wij kunnen er boos en verdrietig om worden, maar uiteindelijk is het een Rijksverantwoordelijkheid. En ook de afwikkeling ligt niet primair bij Het Hogeland, die is bij andere partijen neergelegd.”

Reden om boos en verdrietig te worden is er voor de inwoners van de gemeente genoeg. 80 Procent van de woningen in het bevingsgebied – dat bevindt zich in het noordoosten van de gemeente – heeft al toegekende aardbevingsschade. Dat betekent niet dat de overige 20 procent schadevrij is, maar alleen dat daar nog niet in alle gevallen een officiële keuring heeft plaatsgevonden. En dat is niet het enige, vertelt De Jong: “Naast de kapotte huizen is er veel mentale schade. Het doet wat met iemand als hij mogelijk niet veilig is in zijn huis, dat maakt mensen helemaal gek.”

Enquête

Toen twee weken geleden Rusland Oekraïne binnenviel, werd de landelijke blik op Groningen gericht. ‘Die Groningse gaskraan, kan die niet weer een stukje open?’ vroeg het land zich af. Zou het niet voor Nederland zijn, dan wel voor Duitsland, Frankrijk of België, waar een flink deel van de gasvoorraad naartoe gaat. Om de stemming terplekke te peilen hield Dagblad van het Noorden een enquête onder de lokale bevolking. En wat blijkt: zes op de tien Groningers vindt het prima om de gaskraan een stukje verder open te zetten om Poetin te dwarsbomen. Goed nieuws voor Nederland; heel vriendelijk van de Groningers.

Maar de 62-jarige John Jeuring uit Baflo is boos om die enquête van Dagblad van het Noorden. Hij is toeschouwer in de zaal en vindt het een misleidende vraag. “Ze vragen je om twee dingen te vergelijken die niet inwisselbaar zijn”, zegt hij over de lokale aardbevingsproblematiek en het menselijk leed in Oekraïne. “Op het moment dat dit in de media komt, dan denkt iedereen: ‘ach, het valt dus wel mee. Zó erg is het nu ook weer niet in Groningen.’”

En dat is ook de reactie van de lokale politici op het podium. Roelf Torringa, fractievoorzitter van de grootste partij GemeenteBelangen (8 zetels) ziet de bui al hangen. “Het gaat hier niet om de gaswinning”, zegt hij tegen de zaal. “Het gaat om vertrouwen. En de Rijksoverheid moet het vertrouwen dat ze bij ons vragen waarmaken.”

Want keer op keer werd de inwoners van Het Hogeland beloofd te stoppen met de boringen. En keer op keer werd dat vertrouwen beschaamd. “Den Haag heeft veel meer belangen dan de onze”, zegt De Jonge daarover. “Ze zeggen: we stoppen zo snel mogelijk, want het geeft schade en zorgt voor een onveilige situatie. Maar we krijgen niets van Den Haag, alles moet uit het vuur gesleept worden.” En dat probeert de lokale politiek gezamenlijk. De Jong: “Het is een heel groot thema, maar lokaal niet. Lokaal trekken we met elkaar op. We zeggen allemaal: het moet beter. We kunnen wel eens een nuanceverschil hebben, maar er wordt geen politiek over gevoerd.”

Onderzoek

En toch staat die politieke eensgezindheid niet synoniem voor vertrouwen van de lokale bevolking. Die is – zoals PvdA fractievoorzitter Mariëtte de Visser al zei – ontzettend laag. Een onderzoek van CMO STAMM, kenniscentrum voor sociaalmaatschappelijke vraagstukken in Groningen en Drenthe, laat zien dat 25 procent van de inwoners van Het Hogeland weinig of geen vertrouwen in de gemeente heeft. Ruim de helft heeft ‘een beetje vertrouwen’. En die cijfers komen voor een groot deel door de bevingsschade, vertelt een onderzoeker van CMO STAMM die bij het debat in Winsum aanwezig is. Zo schaden een landelijk politiek thema en Europese gasexport lokale politici. Die worden afgerekend op een dossier waar ze niets aan kunnen veranderen.

Dat maakt dat er tijdens het debat hele andere onderwerpen besproken worden, want er speelt meer in Het Hogeland. Moeten de bermen bijvoorbeeld kort gemaaid worden, of juist niet? En is er niet teveel aandacht voor de grote dorpen, en te weinig voor de kleintjes? Daar ontstaat zo nu en dan behoorlijke politieke onenigheid over. Als de eensgezindheid over het gaswinningsdossier niet ter sprake komt, worden de kleurverschillen in Het Hogeland blootgelegd. 

Als de avond afgelopen is, zit de 62-jarige Jeuring op zijn stoel bij te komen van het debatgeweld. “Ik vind armoedebeleid het belangrijkste thema hier in de gemeente”, zegt hij. “Er moet bijvoorbeeld nodig wat aan de sociale woningbouw gedaan worden.” Een stemkeuze had Jeuring voorafgaand aan het debat nog niet gemaakt, en de avond in De Hoogte heeft hem niet geholpen. “Het had allemaal wel wat concreter gemogen”, vertelt hij terwijl hij zijn wenkbrauwen fronst. “Maar ik ga zeker stemmen. Want ik vind: als je niet stemt, dan mag je niet klagen.”

En tot klagen is de komende tijd nog alle reden voor de inwoners van Het Hogeland. Want zelfs al zou de gaskraan ondanks de oorlog in Oekraïne dichtblijven, dan trilt de bodem nog minstens tien jaar.