Nederlanders zijn ondervertegenwoordigd binnen de Europese instellingen. Dat blijkt uit een rapport van de Europese Rekenkamer over het Brusselse ambtenarenapparaat. Er werken veel minder Nederlanders als ambtenaar bij het Europees Parlement, de Commissie en de Raad, dan op basis van het inwoneraantal verwacht mag worden. Alleen Duitsland is nog slechter vertegenwoordigd.
Binnen de Europese instanties moet er een balans zijn tussen de nationaliteiten van de medewerkers. Een goede geografische afspiegeling eigenlijk. Het mag niet zo zijn dat een groot deel van de ambtenaren bij de Commissie Italiaans is, terwijl de Commissie niet alleen voor Italië beleid maakt. Daarom zijn er afspraken gemaakt gebaseerd op inwoneraantallen per land.
Niet eerlijk verdeeld
En hoewel er bij sollicitatieprocedures en ontslagrondes rekening gehouden wordt met de balans tussen nationaliteiten is dat dus niet genoeg. Vooral bij beginnende ambtenaren is het aandeel Nederlanders flink lager dan het aantal inwoners suggereert. Ook Oostenrijk, Polen en Zweden doen het slecht.
Een Ierse ambtenaar bij de Europese Commissie ziet het met eigen ogen. “Er werkten eerst nog drie Nederlanders hier, nu is dat er nog maar een”. Ze kan zich overigens niet herkennen in de gegevens van de Rekenkamer. “Het barst hier van de Duitsers”, grapte ze. Wel wijst ze op de beter betaalde functies binnen de Commissie. “Daar zitten relatief veel Duitsers en Nederlanders”. Dat laten de cijfers van de Rekenkamer ook zien. Bij ambtenaren die een vast contract hebben bij de instanties, is de balans voor Nederland al een beetje beter. En dat slaat zelfs door als we een blik werpen op de topfuncties. Daar is het aandeel Nederlanders zelfs groter dan op basis van inwoneraantallen de verwachting is.
Pionnen van het kabinet
Genoeg Nederlanders op goede posities binnen de Europese instanties is erg belangrijk voor het Nederlandse kabinet. Hoewel een ambtenaar bij de Europese instanties eigenlijk neutraal moet zijn, proberen EU-landen toch hun invloed uit te oefenen via hun eigen burgers.
De NOS keek in oktober al naar de ambtenaren van de Europese Commissie. Op dit moment werken er meer dan 32.000 ambtenaren en maar 595 daarvan zijn Nederlands. In 2016 ging het nog om 678 Nederlandse Commissie-ambtenaren. Een Nederlander tegenkomen in de wandelgangen van het Berlaymontgebouw – waar de Europese Commissie zit – is zelfs zo zeldzaam geworden dat de Nederlanders die er wel nog werken “panda’s” genoemd worden, schreef de NOS.
Om ervoor te zorgen dat er genoeg Nederlanders instromen in Brussel stelde Wopke Hoekstra, toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was, voor Nederlandse ambtenaren beter te begeleiden bij het vinden van een baan in Brussel. Zo moesten beginnende ambtenaren al vroeg EU-ervaring op doen en wilde Hoekstra ambtenaren uit Nederland tijdelijk in Brussel detacheren. Dat zou hun kansen op een baan bij de Europese instanties vergroten.
Oververtegenwoordigd
Landen als België, Malta, Griekenland en Slovenië zijn flink oververtegenwoordigd. Vooral België. Er werken maar liefst vijf keer zoveel Belgen bij de Europese instanties dan op basis van het inwoneraantal passend is. Bij de Belgen heeft het overschot te maken met de locatie van de instanties. Ze zijn voor onze zuiderburen dicht bij huis. Maar het overschot van andere landen in Oost- en Zuid-Europa is aan iets anders te danken: het Europese salarisstrookje.
Beginnende ambtenaren uit Griekenland kunnen in vergelijking met een baan in hun thuisland in Brussel veel meer verdienen. Voor ambtenaren uit Nederland, maar ook de Scandinavische landen is het verschil veel kleiner en is het soms zelfs niet aantrekkelijk in Brussel aan de slag te gaan. Dat verklaart dat in verhouding veel minder Nederlanders solliciteren dan Grieken op openstaande EU-vacatures.