Rekenkamer over plattelandssubsidie LEADER: voordelen wegen niet op tegen kosten

De Europese Leader-subsidie voor plattelandsontwikkeling kost veel, maar voegt weinig toe. Dat concludeert de Europese Rekenkamer.

3 min. leestijd
View of rural landscape in summer

De voordelen wegen niet op tegen de kosten en de risico’s: dat is de harde conclusie van de Europese Rekenkamer over het LEADER-programma, het Europese subsidie-initiatief voor plattelandsontwikkeling. De aanpak is duur, de goedkeuringsprocessen verlopen traag en of LEADER substantieel heeft bijgedragen aan lokale verbeteringen, betwijfelt de Europese Rekenkamer: “Hoewel Leader er op papier goed uitziet, blijft het de vraag of deze aanpak ter plaatse nuttig is geweest.”

Dat staat allemaal in een document dat de Europese Rekenkamer woensdag publiceerde. Tien jaar na de eerste controle van het LEADER-programma, brengt de Rekenkamer opnieuw verslag uit, ditmaal over de periode tussen 2014 en 2020. Deze plattelandssubsidie kan lokaal aangevraagd worden, en wordt gebruikt voor ontwikkelingsinitiatieven in de regio. Dat kan om allerlei initiatieven gaan: van projecten die een gezonde levensstijl promoten tot het opknappen van een dorpshuis.

Een belangrijke conclusie uit het rapport van de Europese Rekenkamer komt overeen met die van Luit Hummel, specialist in LEADER-aanvragen in Zuidoost-Drenthe, waar Brusselse Nieuwe in maart van dit jaar langsging. “Niet door een sterveling in te vullen”, typeerde Hummel het Leader-aanvraagformulier destijds. Eén van de conclusies die de Rekenkamer nu ook trekt.

De Europese Rekenkamer onderzocht de LEADER-situatie in tien Europese landen. Niet in Nederland, maar de conclusies die in het rapport gepresenteerd worden kunnen gevolgen hebben voor alle EU-lidstaten. In totaal was de Europese Unie van plan 9,2 miljard euro uit te trekken voor Leader in de periode van 2014 tot 2020. Die geplande financiering werd verdeeld over de lidstaten, maar slechts 39 procent van de financiering werd ook daadwerkelijk uitgekeerd. Hoofdreden: de ambtelijke molen, de bureaucratische rompslomp, eerder beschreven door Hummel.

Acht stappen

De Europese Rekenkamer schrijft dat de aanvraag- en goedkeuringsprocedure voor een LEADER-subsidie ingewikkeld was, te ingewikkeld. Wie in de periode 2014-2020 een subsidie wilde ontvangen moest aan extra administratieve vereisten voldoen in vergelijking met andere Europese uitgavenprogramma’s. De aanvraag bestond uit acht stappen, meer dan bij andere subsidie-aanvragen: “Deze extra eisen zorgden ervoor dat tijdens deze periode betrekkelijk weinig Leader-projecten werden goedgekeurd en slechts 39 % van het budget ook daadwerkelijk werd overgemaakt”, schrijft de Rekenkamer. Kortom: de administratieve eisen waren zo hoog dat 61 procent van het budget niet is uitgegeven.

Daarnaast waren de lokale projecten die wel subsidie ontvingen vaak niet representatief voor de lokale gemeenschap. Zo werd het LEADER-geld bijvoorbeeld minder vaak uitgekeerd aan jongeren, etnische minderheden en kansarmen. Het risico bestond daardoor dat er geen rekening is gehouden met de standpunten en belangen van die groepen, schrijft de Rekenkamer.

Die trage aanvraagprocedures door de extra administratieve vereisten hebben ook geleid tot hoge administratiekosten: om de aanvragen te beoordelen waren extra manuren nodig. Eind 2020 was 1,04 miljard euro uitgegeven aan de administratieve kant, 24 procent van het totale uitgegeven subsidiebudget. Dat vindt de Rekenkamer veel.

Effect

Toch hebben LEADER-subsidies plaatselijk wel degelijk effect gehad in de periode van 2014 tot 2020. Het heeft de lokale betrokkenheid, het versterken van de sociale samenhang en onderlinge samenwerking, bevorderd. En dat is een belangrijk doel van LEADER. Maar omdat er veel nadelen aan de subsidie kleven, zoals de hoge kosten en het moeizame aanvraagproces, concludeert de Europese Rekenkamer dat men beter kan kiezen voor andere manieren van financiering, die minder kosten en hetzelfde opleveren. Ook Eva Lindstrom, lid van de Europese Rekenkamer en verantwoordelijk voor de controle, stelt dat de Leader-aanpak geen voordeel oplevert ten opzichte van andere Europese subsidieprogramma’s: “Veel van de door ons bekeken projecten hadden tegen lagere kosten met andere EU-middelen kunnen worden gefinancierd.

De Europese Commissie doet momenteel onderzoek naar de toegevoegde waarde van LEADER. Die evaluatie wordt niet voor volgend jaar verwacht. 

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie