Europese landbouw- en milieuorganisaties willen af van langverwacht handelsakkoord tussen de EU en Zuid-Amerika

Landbouw- en milieuorganisaties verzetten zich tegen het EU-Mercosur handelsakkoord, dat de Europese Commissie bij de G20-top in november wil afronden. Door het verlagen van handelsbarrières moet de Zuid-Amerikaanse markt toegankelijker worden voor Europese bedrijven. Maar volgens de brancheorganisaties zou het akkoord leiden tot milieuschade en oneerlijke concurrentie voor Europese boeren.

4 min. leestijd
Handdruk tussen voormalig President van Argentinië Alberto Ángel Fernández (rechts) en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen (links). Bron: Europese Unie, 2023

Landbouworganisaties, waaronder LTO Nederland, roepen de EU op om te stoppen met het langverwachte handelsakkoord met de Zuid-Amerikaanse Mercosur-landen (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay). De Europese Commissie wil dit akkoord, dat bedoeld is om handelsbarrières te verlagen en de markt toegankelijker te maken voor Europese bedrijven, bij de G20-top in Rio op 18 en 19 november afronden. Volgens LTO leidt het echter tot oneerlijke concurrentie voor boeren, met negatieve gevolgen voor hun inkomsten. In de aanloop naar de top hebben Waalse en Franse boeren protesten aangekondigd.

Oneerlijke concurrentie voor Europese boeren

Boerenorganisaties maken zich met name zorgen over het verdwijnen van het gelijke speelveld als gevolg van de deal. Europese boeren moeten steeds duurzamer produceren, terwijl minder duurzame producten uit Zuid-Amerika straks goedkoper naar Europa kunnen komen. Zo worden de duurzamere Europese boeren hun eigen markt uit geconcurreerd.

Onder andere de export van rundvlees vanuit Zuid-Amerika naar de EU zal door het akkoord makkelijker worden gemaakt. De Waalse landbouworganisatie FUGEA stelt dat Europese boeren veel duurzamer rundvlees produceren op hun eigen grondgebied dan Braziliaanse boeren, waar productie leidt tot ontbossing. Volgens de brancheorganisatie druist het verdrag daarom in tegen de Green Deal en de afspraken die de EU eerder met Europese boeren maakte.

Om de boeren in hun inkomstenverlies tegemoet te komen stelde de Europese Commissie voor om een compensatiefonds voor landbouwers en veehouders op te richten. Dat schoot de Nederlandse LTO in het verkeerde keelgat. Samen met de Europese koepelorganisatie Copa-Cogeca willen zij in plaats van compenserende steun en “nog meer oneerlijke concurrentie” juist deals met eerlijke prijzen zien. Zij willen een handelsakkoord met “een nieuwe visie”, die de waarden uit de strategische landbouwdialoog, zoals een economische, sociale, duurzame en rechtvaardige overgang voor boeren wél meeneemt. Zij roepen de EU-instellingen dan ook op om de onderhandelingen te stoppen.

Zorgen over de gevolgen voor mens en milieu

Daar vinden de verschillende brancheorganisaties steun vanuit onverwachte hoek. Want ook milieuorganisatie Greenpeace uit haar onvrede over de aankomende deal. Het handelsverdrag zal volgens hen bijdragen aan natuur- en klimaatvervuilende handel. Met het akkoord zouden Europese bedrijven bijvoorbeeld landbouwgif en inmiddels verboden pesticiden alsnog naar Zuid-Amerika kunnen exporteren. Ook zal de export van mijnbouwproducten vanuit de Mercosur-landen naar de EU mogelijk toenemen, terwijl de mijnbouwproductie één van de grootste bedreigingen vormt voor het Amazonewoud.

Precies deze vrees voor oneerlijke concurrentie en natuurschade was voor de Tweede Kamer al tot twee keer toe reden om tegen het EU-Mercusor verdrag te stemmen. De Kamer riep de toenmalige minister van Buitenlandse Handel Liesje Schreinemacher (VVD) op om landbouw uit het verdrag te weren en om steun hiervoor te zoeken bij andere lidstaten.

Afhankelijkheid van China verminderen

Daarover was de minister toen terughoudend. “We willen minder afhankelijk worden van China op het gebied van grondstoffen en meer handelspartners zoeken. Zo’n verdrag is daar een goed middel voor.” Zo legde de toenmalige VVD-minister Schreinemacher destijds uit waarom ze niet direct meeging in de houding van de Kamer. De motie die met een meerderheid en bovendien steun van huidige coalitiepartijen BBB en PVV werd aangenomen, legde zij naast zich neer.

Kamerleden Esther Ouwehand en Christine Teunissen (PvdD) herinnerden het kabinet onlangs aan het eerder ingenomen standpunt van de Kamer. Via schriftelijke vragen naar de huidige minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp Reinette Klever (PVV) roepen zij het nieuwe kabinet op het verdrag te blokkeren. Een reactie op deze vragen blijft vooralsnog uit. Volgens het regeerakkoord zet het kabinet zich in Europa in “voor internationale handelsverdragen met gelijke en redelijke standaarden”. Vooralsnog lijkt de VVD nog altijd voorstander van de EU-Mercosur-deal, waar de BBB en PVV tot nu toe altijd tegen hebben gestemd.