Hongarije en Polen zitten in de beklaagdenbank omdat zij van de omstreden spionagesoftware gebruik hebben gemaakt. De twee landen liggen al enige tijd onder vuur vanwege de gebrekkige rechtsstaat en de inperking van de persvrijheid. Deze afluisteracties doen hun zaak geen goed. Het schandaal staat in Brussel hoog op de agenda: ook Europarlementariërs en medewerkers van de Europese Commissie werden met behulp van deze spionagesoftware in de gaten gehouden, onder hen ook Eurocommissaris Didier Reynders.
‘Het gaat niet (alleen) over nationale veiligheid’
Toch vindt de Europese Commissie dat men een klacht moet indienen bij de nationale gerechtshoven, en dit niet moet doen op Europees niveau. Onjuist, vindt onder andere Sophie in ‘t Veld. Zij leidt het onderzoek van het Europees Parlement naar het afluisterschandaal. “De Europese Commissie is hoedster van de verdragen, maar ontwijkt haar verantwoordelijkheden”, stelt ze op twitter. Het recht op privacy hoort bij uitstek door de Europese Commissie te worden verdedigd, zegt In ‘t Veld.
CDA’er Jeroen Lenaers, gisteren verkozen tot voorzitter van de commissie die het onderzoek uitvoert, is ook niet te spreken over de stellingname van de Europese Commissie. Het gaat niet (alleen) om een aanval op de nationale veiligheid, maar ook op de rechtsstaat, schrijft hij. En die zou de Europese Commissie te allen tijde moeten verdedigen, aldus Lenaers.