Vertrouwen keldert door torenhoge inflatie, kopten we gisteren al. De gemiddelde Europeaan betaalde in januari 5,1 procent meer voor zijn boodschappen dan een jaar eerder. Nederlanders zelfs 7,6 procent meer. De uitgelezen partij om daar wat aan de doen, is de Europese Centrale Bank (ECB). Maar ECB-voorzitter Christine Lagarde herhaalde vandaag een boodschap die de afgelopen tijd wel vaker klonk: de inflatie is van tijdelijke aard, dus er wordt niet ingegrepen.
Dat Lagarde dit zou gaan zeggen, werd van tevoren al verwacht. De Europese Bank maakt in maart een nieuwe afweging over het al dan niet verhogen van de rente om inflatie tegen te gaan. Lagarde: “Dan zijn er meer data, dus zijn we in staat opnieuw te beslissen. Wat die beslissing gaat zijn kan ik nu nog niet zeggen.”
Voorlopig verwacht Lagarde dat de inflatie, die voornamelijk door de hoge energieprijzen veroorzaakt wordt, weer gaat zakken eind dit jaar. “De prijzen blijven de komende maanden nog hoog, maar we verwachten dat ze in de loop van 2022 dalen. Daar hebben we in maart meer zicht op, dus dan maken we opnieuw een afweging. We zetten alles op alles om ervoor te zorgen dat de gemiddelde inflatie dit jaar niet boven de 2.0% uitkomt.”
Ingrijpen
Er wordt dus besloten om niet in te grijpen in het rentetarief, dat zou wel een optie kunnen zijn om de inflatie te drukken. De theorie is simpel: bij inflatie stijgen de prijzen, momenteel zelfs ontzettend hard. De ECB kan dat tegengaan door de rente te verhogen. Wat er dan gebeurt, is dat geld lenen duurder wordt. Voor een grote investering is namelijk vaak geleend geld nodig, daarover moet bij een verhoging van de rente meer betaald worden. Daardoor wordt er minder uitgegeven en neemt de vraag naar producten af, dat betekent ook een afremming van de prijsstijging. Dit doet de ECB dus voorlopig niet.
De strategie van de ECB is niet in lijn met die van andere centrale banken. Zo verhoogden zowel de Federal Reserve (Fed) in Amerika als de Britse en Noorse centrale bank inmiddels de rente. De reden dat de ECB dat niet doet, heeft ook te maken met het verschil in staatsschuld tussen Noord- en Zuid-Europese landen. Een hogere rente heeft ook zijn weerslag op die leningen, wat maakt dat Zuid-Europese landen relatief meer pijn ervaren van een renteverhoging. Daar komt nog bij dat de staatsschuld van Zuid-Europese economieën enorm is gestegen tijdens de coronacrisis. Dus zou de last nog groter zijn.
Kritiek
Dit besluit van de ECB blijft niet gevrijwaard van kritiek. Bijvoorbeeld van Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie). Hij tweette vanmorgen dat het een absolute zwakte in de eurozone is dat er altijd rekening gehouden moet worden met de economie van Zuid-Europese landen. ‘Meer geld erin pompen is de zachte heelmeester’, schrijft hij.
In een reactie laat Van Dalen weten dat dit volgens hem hét moment is om in te grijpen. “De ECB moet doorpakken, zo simpel is het. Dus de rente verhogen, waardoor de Zuid-Europese landen gedwongen worden te gaan hervormen. Dan bedoel ik: pensioenstelsels aanpakken, wat aan de bureaucratie doen, noem maar op. En voor de Noord-Europese landen is het natuurlijk sowieso gunstiger om de rente te laten stijgen, dat gaat heel veel ellende voorkomen.”
Met die ellende bedoelt Van Dalen vooral de hogere prijzen voor lagere- en middeninkomens. “Die gaan er echt heel veel van merken de komende tijd”, denkt hij. “Zeker de energierekening stijgt gewoon enorm en dat voelen mensen. En ik geloof niet dat de inflatie zomaar gaat zakken binnenkort. Het is echt niet zo dat de energieprijzen per april weer helemaal de oude zijn. Dus we moeten nu iets doen.”
Dat doet de ECB voorlopig dus niet. In maart is er een volgend weegmoment met mogelijk een andere uitkomst.