Eén op de drie Nederlandse Europarlementariërs heeft nevenfuncties niet openbaar gemaakt. Dat blijkt uit onderzoek van BNR-nieuwsradio. De onderzoeksredactie van BNR legde gegevens uit het Europese transparantieregister naast openbare gegevens van bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel. Wat bleek? Veel nevenfuncties zijn niet gemeld en ook niet alle inkomsten zijn door Europarlementariërs opgegeven.
Transparantieregister
Om corruptie tegen te gaan moeten Europarlementariërs nevenfuncties, oude werkgevers en inkomsten opgeven in een transparantieregister. Een Europarlementariër moet opgeven dat hij bestuurslid is bij de lokale carnavalsvereniging bijvoorbeeld of inkomsten heeft uit een eigen bedrijf. BNR concludeert dat minstens 11 van de 29 Nederlandse Europarlementariërs een nevenfunctie en/of inkomstenbron niet in het register heeft vermeld.
Waar gaat het om?
Wie hierbij opvalt, is Marcel de Graaff (FvD). Hij ontving in het begin van zijn eerste termijn, in 2014, een ton via zijn eigen bv. Het zou volgens De Graaff gaan om de liquidatie van een bedrijf, waar hij al jaren geen inkomsten meer uit had. Omdat het om een eenmalige dividenduitkering ging en niet om structurele inkomsten, hoefde hij deze niet op te geven, zegt De Graaff.
Hoe, wie en wat Europarlementariërs moeten vermelden in het transparantieregister is vatbaar voor interpretatie. Dat betekent dat Europarlementariërs vooral zelf kunnen bepalen of ze vinden dat ze iets moeten melden of niet.
Ook Toine Manders (CDA) koos ervoor een bouwproject, waar hijzelf bij betrokken is, niet in het transparantieregister te melden. Manders had in 2012 al melding gedaan en vond dat hij dit niet opnieuw hoefde te doen, toen hij in 2019 weer plaatsnam in het Europees Parlement.
Openheid
Transparency International, een ngo die strijdt tegen corruptie, maakt zich in ieder geval zorgen. De regels zijn te vaag. Ze vermelden niet duidelijk wie wat wanneer in het transparantie register moet zetten. Dat schept ruimte voor kwaadwillenden die iets te verbergen hebben. Directeur Sander van der Laan wil daarom volledige openheid van zaken. “Het is niet aan de Europarlementariër persoonlijk om te bepalen wat wel en niet gemeld hoeft te worden. Alles moet gemeld worden”, zegt hij.