Eerst maar eens terug naar het begin: In een poging om de graanexport uit Oekraïne op peil te houden wordt bedacht dat via landen als Polen, Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Slowakije een deel kan worden geëxporteerd. Het is lastig, want het gaat via spoorrails, die niet overal even breed zijn, maar het is een manier om toch nog wat geld voor Oekraïne te verdienen. En er is veel geld voor de oorlog nodig.
Aanvankelijk is iedereen enthousiast, maar na verloop van tijd beginnen de buurlanden te morren. Er valt graan van de trein, zeggen ze. Het goedkope Oekraïense graan zorgt voor oneerlijke concurrentie waar de eigen boeren last van hebben. En dus besloot de Europese Unie eerder dit jaar om tijdelijk de export van graan naar de frontlijnstaten te verbieden. Die maatregel liep vorige week af en werd tot ergernis van Polen niet verlengd. Waarop premier Mateusz Morawiecki besloot om met steun van de andere landen de boycot van Oekraïens graan zonder toestemming van Brussel voort te zetten.
Wat zit er achter?
Volgens de oud-minister van Buitenlandse Zaken en lid van de Poolse oppositie Radoslaw Sikorski is de regeringspartij in haar eigen mes gevallen. Volgens hem hebben vooral Poolse handelaren, aangemoedigd door de regerende PiS partij aan de graanexport verdiend door het op te kopen en te verkopen. Hij vindt het dan ook hypocriet dat diezelfde partij nu doet alsof het allemaal door Oekraïne komt.
Dat heeft grotendeels met de verkiezingen te maken. De Poolse regeringspartij heeft de stemmen van het platteland hard nodig, maar er is een andere reden om nu even minder hard op het orgel te spelen voor de Poolse premier. Hoewel zijn partij waarschijnlijk de grootste wordt, bestaat de kans dat hij een coalitiepartner nodig heeft. En dan komt een relatief nieuwe partij, de Confederatiepartij van de jonge ondernemer Slawomir Mentzen (eigenaar van een belastingkantoor en een brouwerij) om de hoek kijken. En die partij is redelijk Russisch gezind, tegen wapenleveranties aan Oekraïne, fel tegen Duitsland en wars van politieke toespraken. Politieke bijeenkomsten zijn meestal één groot bierfeest met vooral veel jonge mannen. Uit peilingen blijkt dat het vooral mannen tot veertig jaar zijn die overwegen om op de partij te stemmen.
Rode lap
Maar het was premier Zelensky van Oekraïne die deze week met zijn toespraak voor de Verenigde Naties zorgde voor het grootste chagrijn in Polen. Door te zeggen dat de graanboycot politiek theater is, zorgde hij voor een kettingreactie. Eerst van president Duda:
“Iemand die verdrinkt is extreem gevaarlijk, omdat hij je naar de diepte kan trekken en degene die hem wil redden de dood in kan jagen.”
En daarna van premier Morawiecki:
“We dragen geen wapens meer over aan Oekraïne, omdat we Polen nu bewapenen met modernere wapens.”
Hoe serieus moeten we het nemen?
Voor een deel hoort het bij de verkiezingscampagne. Het dreigement over de wapens is deels retoriek. Polen heeft sinds het uitbreken van de oorlog heel veel oude wapensystemen, veelal nog uit de Sovjettijd richting Oekraïne gestuurd en is sindsdien bezig om het eigen leger te moderniseren. Bovendien mogen wapens uit andere landen nog wel gewoon via Pools grondgebied naar Oekraïne worden gestuurd.
Maar doordat ook in Slowakije en in de Baltische Staten de onvoorwaardelijke steun aan Oekraïne begint af te brokkelen, lijkt er wel iets te veranderen.
Zo is de toon van de Letse premier Kaja Kallas minder hard en vocaal, nadat bekend is geworden dat haar partner zelfs na de inval met zijn bedrijf zaken bleef doen met Rusland, terwijl Kallas op datzelfde moment pleitte voor een absoluut verbod op zakendoen met de Russen.
En dan is er nog Slowakije. De steun voor Oekraïne is nooit hoog geweest en voormalig premier Robert Fico (sociaaldemocraat) die grote kans maakt om de verkiezingen volgende week te winnen, is fel tegen wapenleveranties aan Kiev. “Wij gaan geen wapens of munitie naar Oekraïne sturen als ik win”, is een van zijn leuzen tijdens de campagne.
Demissionair premier Rutte denkt overigens dat het allemaal niet zo’n vaart loopt. Hij noemde het deze week in de Tweede Kamer tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een tijdelijk probleem. Ook defensieminister Ollongren denkt dat na de verkiezingen de gemoederen weer zullen bedaren.
Blijft over de vraag of we dit vaker gaan zien als Oekraïne straks lid wordt van de EU. Het landbouwbeleid (glb) zal dan stevig op de schop moeten. Denktanks maken nu al overuren om plannen te maken hoe het zou kunnen. De politiek schuift de bal voor zich uit. Eerst moeten de kandidaat-landen aan de voorwaarden voldoen en dat is nog lang niet het geval. Frankrijk en Duitsland zijn wel al bezig om een nieuwe blauwdruk te ontwikkelen. Het zijn nog potloodschetsen. Volgende maand als de Europese leiders (iedereen ook van landen die geen lid van de EU zijn) in Granada bij elkaar komen, spreken de regeringsleiders over het plan.
Wil je elke ochtend van hoofdredacteur Bert van Slooten (cartoon) lezen wat er van maandag tot en met donderdag voor Nederland op de agenda staat? Abonneer je dan hier op De Dagvangst!