Onlangs veroorzaakte het voorstel voor een tussentijdse aanpassing van de Europese meerjarenbegroting behoorlijk wat onrust. Nederland zou daardoor de komende jaren 3,1 miljard euro extra aan de EU moeten afdragen.
De meevaller die de ontwerp-EU-begroting 2024 voor de Nederlandse overheidsfinanciën inhoudt – doordat de EU-uitgavenplafonds niet voor (hoge) inflatie geïndexeerd zijn – wordt daarentegen stilzwijgend geïncasseerd.
De miljoenennota besteedt aandacht aan twee kwesties: de komende ontvangsten uit het coronaherstelfonds en de verwachte stijging van de afdrachten aan de EU vanaf 2028.
Eerst de afdrachten aan de EU
Die afdrachten aan de EU (op basis van de bni-, de btw-, en de plastic-grondslag) dalen in 2024 licht, en stijgen daarna geleidelijk, om van 2027 op 2028 een sprong te maken: van 7,2 naar 11 miljard euro. Volgens de miljoenennota is die sprong het gevolg van:
- de economische ontwikkeling;
- een inschatting van de omvang van de nieuwe Europese meerjarenbegroting na 2027; vanaf 2027 moet aflossing en rente over het coronaherstelfonds worden betaald
Wat er niet bij staat is dat na 2027 de voortzetting van de jaarlijkse afdrachtkorting (van bijna twee miljard euro per jaar) op het spel staat. Die teruggave is Brussel al langer een doorn in het oog.
Ontvangsten uit coronaherstelfonds
Nederland kan uit het coronaherstelfonds 5,4 miljard euro ontvangen:
- 2,6 miljard volgend jaar;
- 1,2 miljard in 2025;
- en 1,6 miljard euro in 2026.
Maar de miljoenennota waarschuwt nadrukkelijk dat ons land (een deel van) dat geld kan mislopen, als niet voldaan wordt aan de vastgelegde mijlpalen en doelstellingen. Daartoe behoren nauw omschreven hervormingen van de energiebelasting, de autobelasting, de energiewet, de aanpak van schijnzelfstandigheid en anti-witwasbeleid. Alsnog afzien van eerder ingediende hervormingsplannen en investeringen gaat geld kosten.
Nederland behoort tot de 8 lidstaten die nog geen (onderbouwd) verzoek tot uitbetaling uit het coronaherstelfonds hebben gedaan. Met Hongarije is ons land de enige lidstaat die zelfs nog geen afspraken met de Europese Commissie heeft gemaakt over monitoring en uitvoering van de onderliggende hervormingsplannen.
De onderste regel van het schema laat zien dat 19 lidstaten inmiddels betalingen uit het coronaherstelfonds hebben ontvangen. Spanje was de eerste, het land ontving tien miljard euro, eind 2021, later gevolgd door twee tranches van twaalf en zes miljard.
We zijn nu bijna halfweg de looptijd van het coronaherstelfonds. Van de beschikbare 723 miljard euro is inmiddels rond de twintig procent uitgekeerd.
- 106,3 miljard euro aan overdrachten
- 47,1 miljard euro aan leningen
Als we in dit tempo doorgaan, zal er geld overblijven. De voorwaarden zijn kennelijk zo geloofwaardig dat het coronaherstelfonds niet als grabbelton met ‘gratis geld’ fungeert.