De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen kondigde in Warschau aan dat komende week 137 miljard euro voor Polen beschikbaar komt. Het gaat om 60 miljard euro uit een fonds dat bedoeld is om lidstaten te helpen om de economie te herstellen na de coronapandemie en gebruikt kan worden om de overgang van fossiele brandstof naar duurzame energie te vergemakkelijken.
De tweede pot bevat 76,5 miljard euro (‘cohesiefonds‘ geheten); speciale Europese subsidies voor de armste regio’s. Europa had het geld geblokkeerd omdat de onafhankelijkheid op gebied van de rechtspraak door de vorige regering aan banden was gelegd.
Financiële EU-middelen beschermen tegen rechtsstaatschending
Afgelopen week kwam de Poolse minister van Justitie Adam Bodnar al in Brussel langs om zijn actieplan voor de rechtsstaat toe te lichten. Na het bezoek van de Poolse minister was de beurt aan de Europese Rekenkamer om te rapporteren over de rechtsstaat in de EU. Centraal staan daarin de instrumenten om de financiële belangen van de EU te beschermen tegen schendingen van de rechtsstaat. Daarbij gaat het om:
- de conditionaliteitsverordening (uit 2021, waarmee de Commissie financiële sancties kan opleggen) ter bescherming van de EU-begroting;
- de algemene voorwaarden (GB-verordening geheten) voor toegang tot de cohesiefondsen; en
- de hantering van (speciale) mijlpalen (doelen) als voorwaarde voor betalingen uit het coronaherstelfonds.
Koppeling lastig
Het is lastig is om een schending van de rechtsstaat direct te koppelen aan financiële schade voor de EU. Dat is niet nodig in de twee procedures die de EU kent om schendingen van de rechtsstaat in lidstaten aan te pakken:
- inbreukprocedures (dus naar de rechter stappen) wegens niet-nakoming van verplichtingen uit de EU-verdragen; en
- preventieve maatregelen, dan wel sancties ingeval van een duidelijk gevaar van ernstige schending van gemeenschappelijke waarden, op basis van art. 7 van het verdrag.
Zwakke broeders inzake rechtsstaat
De Rekenkamer heeft zes lidstaten onder de loep genomen: Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Italië, Polen en Roemenië. Dat is geen willekeurige greep. In het World Justice Project komen deze lidstaten als zwakke broeders inzake de rechtsstaat naar voren. Het kaartje toont de index-scores voor 2022: hoe dichter bij 1, hoe beter het met de rechtsstaat gaat.
Bij elk van deze zes lidstaten heeft de Europese Commissie minstens één instrument ingezet, meestal het coronaherstelfonds. De meest vergaande maatregelen betreffen Hongarije en Polen. De grafiek geeft een beeld van de miljarden die op grond van de conditionaliteitsverordening, de GB-verordening en de voorwaardelijke mijlpalen van het coronaherstelfonds zijn.
Bij Hongarije heeft de Rekenkamer het besluit van de Commissie van december jl. om 10 miljard euro vrij te geven wel meegenomen, maar helaas niet meer onderzocht. Daarmee kan de indruk dat dit besluit vooral bedoeld was om een veto van Viktor Orbán te neutraliseren, niet worden weggenomen.
Waarschuwing Rekenkamer
De Rekenkamer waarschuwt wel voor een formalistisch ‘vinkjes zetten’, zonder voldoende aandacht voor daadwerkelijke verbeteringen. Daar lijken de paden van Hongarije en Polen nu uiteen te lopen. De Hongaarse regering voelt zich vrij om vooral cosmetische veranderingen door te voeren.
De nieuwe Poolse regering wil de rechtsstaat daadwerkelijk herstellen, maar staat voor de uitdaging om dat – met een partijdige president aan de noodrem – op een rechtmatige manier te doen.