Afgelopen week ontvouwde de Europese Commissie een Europese strategie voor de defensie-industrie plus het investeringsprogramma.
Dat programma voorziet in subsidies: voor gezamenlijke inkoop van wapens bij de Europese industrie; om investeringsrisico’s in de capaciteitsuitbreiding van de Europese defensie-industrie af te dekken en voor het in productie nemen van gezamenlijk ontwikkelde defensieproducten.
Meer geld
Binnen de lopende EU-meerjarenbegroting heeft de Europese Commissie hiervoor 1,5 miljard euro gevonden: 3,6 miljoen in 2025, 620 miljoen in 2026 en 877 miljoen in 2027. In de nieuwe meerjarenbegroting (vanaf 2028) wil men hiervoor veel meer geld reserveren.
De Estse premier Kaja Kallas wil niet wachten en dringt aan op financiering met eurobonds (obligaties die alle eurolanden samen uitgeven). Zij denkt daarbij aan 100 miljard euro. De regeringen van Duitsland en Nederland willen dergelijke gezamenlijke leningen alleen in uitzonderlijke crisissituaties toestaan en vinden dat daar nu geen sprake van is. En nog weer anderen zijn principieel tegen eurobonds (en misschien ook tegen de EU).
Hoe financieren?
Hier lopen twee vragen doorheen: Wat doe je Europees en wat blijft voor rekening van de lidstaten? Wat financier je met (langlopende) leningen en wat vanuit de lopende begroting?
Laten we beginnen met de tweede vraag. Bij een grote ramp (oorlog, grote overstroming bijv.) is het logisch om de kosten daarvan in de tijd uit te smeren door leningen met een lange looptijd. En ook investeringen in toekomstig verdienvermogen kun je prima met leningen financieren. Dat extra verdienvermogen kan dan worden gebruikt om de rente en aflossing te betalen.
Zo bezien ligt het voor een land dat zelf niet in een oorlog verwikkeld is, niet voor de hand om bommen en granaten met een lening te financieren. Dat kun je beter uit de begroting bekostigen.
Wat financier je Europees?
Dan de eerste vraag over wat je gezamenlijk, Europees financiert? Voorop staan daarbij wat economen ‘Europese collectieve goederen‘ noemen. Denk daarbij aan grensoverschrijdende infrastructuurnetwerken (energie, vervoer, digitaal), aan onderzoek en ontwikkeling, en aan defensie en veiligheid. Zaken waarvan in principe elke Europeaan profijt kan hebben.
Tot nu toe hebben die Europese collectieve goederen maar een bescheiden plek in de EU-begroting. cohesiesteun en landbouwsubsidies voeren, in samenhang met ‘juste retour’-denken, de boventoon.
Dat leidt tot een pleidooi om de EU-meerjarenbegroting in tweeën te delen. Een deel gaat naar financiering van Europese collectieve goederen, waarover een gekwalificeerde meerderheid een besluit neemt. De overige uitgaven blijven onder het huidige regime en dus onderhevig aan het touwtrekken tussen nettobetalers en netto-ontvangers.
Zeker zolang Europese collectieve goederen in de EU-begroting stiefmoederlijk worden behandeld, is het een prima idee om ze met eurobonds te financieren.