Column Cijfers en feiten | EU-uitbreiding vraagt om meer flexibiliteit

Je hebt graancirkels en je hebt Europese concentrische cirkels. En die laatste cirkels moeten Europa bestuurbaar houden. Dat klinkt ingewikkeld, maar gelukkig hebben we Marko Bos, oud-hoofdeconoom van de Sociaal Economische Raad (SER), om het uit te leggen.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Onder druk van de omstandigheden moet de EU zich wel ontwikkelen tot een ‘geopolitieke’ unie. Dat gaat met vallen en opstaan. Denk maar aan de recente heibel rond de Oekraïense graanexporten. Nationale verkiezingscampagnes werken vaak als splijtzwam, want wat is makkelijker dan afgeven op ‘Brussel’?

Maar de uitdagingen – van binnen en van buiten – blijven. Het rapport Sailing on High Seas van twaalf Franse en Duitse deskundigen stelt er drie centraal: het handelingsvermogen van de EU versterken; de komende uitbreiding van de EU tijdig voorbereiden en de rechtsstaat en de democratische legitimatie versterken.

Geen Europa ‘à la carte’

Over de ‘rule of law’, het behoud van de rechtsgemeenschap, maken deze deskundigen zich grote zorgen. De EU kan niet functioneren zonder wederkerigheid, wederzijds vertrouwen en binding aan gemeenschappelijke principes en regels. Uitbreiding van de EU vraagt om meer flexibiliteit, om verschillende vormen van integratie (in vaktaal de gedifferentieerde integratie), maar dat betekent niet dat lidstaten zich niet meer aan de regels hoeven te houden.

Het plaatje geeft vier concentrische cirkels aan, oftewel de toekomstige architectuur van de Europese integratie, zoals de werkgroep zich die voorstelt. 

In deze gedachte smelt Frans denken in concentrische cirkels samen met Duitse ideeën over een kern-Europa. Beide stammen uit de jaren negentig. Gemeenschappelijk is de afwijzing van een ‘Europa à la carte’.

Cirkels

De EU-lidstaten vormen samen de twee binnencirkels. In de binnenste cirkel vinden we de lidstaten die meer willen dan louter het EU-lidmaatschap: nu de euro en Schengen, in de toekomst mogelijk verdergaande samenwerking op gebieden als energie, belastingen en/of defensie. 

Geassocieerde leden zijn voor een deel gebonden aan de regels en voorwaarden van het EU-lidmaatschap. Het gaat dan met name om de rechtsstaat (daar kan niemand onderuit)  en de interne markt. In de buitenste ring (EPC 2.0) wordt de geopolitieke samenwerking met andere (derde) landen georganiseerd.

Open vraag

De vraag blijft: hoe omgaan met EU-lidstaten die de rechtsstaat aan hun laars lappen? Belangrijkste aangrijpingspunt daarvoor zijn financiële sancties. Bij het coronaherstelfonds worden die ook toegepast. Maar desondanks blijven Hongarije en Polen volharden in de ondermijning van onafhankelijke rechtspraak en diverse grondrechten.

Aanscherping van het toezicht op naleving van gemeenschappelijke waarden en regels blijft nodig, evenals verruiming van meerderheidsbesluitvorming om persistente blokkades in een unie van 30 of meer lidstaten te voorkomen. Zo niet, dan heeft een constructieve toekomstagenda voor de EU zoals de Sociaal Economische Raad (SER) die nu heeft opgesteld maar weinig kans van slagen. Dan blijven versterking van de weerbaarheid van de Unie, de groene en de digitale transities en het naar elkaar toegroeien van landen, vooral op sociaaleconomische gebied (de zogenoemde ‘convergentie’)  buiten bereik.

Komende week komen de Europese leiders, ook van landen die niet lid zijn van de Europese Unie, in Spanje bij elkaar om het onder meer over samenwerken te hebben.