Column Cijfers en feiten | Gaten in de btw

Elke week schrijft oud-hoofdeconoom van de Sociaal Economische Raad (SER) Marko Bos voor Brusselse Nieuwe een column over financiële zaken. Deze week staat hij stil bij een Franse uitvinding. Een belasting welteverstaan. Maar er zitten gaten in die heffing.  

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

De btw is een belangrijke belasting. In 2021 bedroegen de btw-opbrengsten van de 27 lidstaten tezamen 1076 miljard euro. Gemiddeld is de btw goed voor ruim een kwart van de belastingopbrengsten. Dan tellen gaten in de btw-heffing zwaar. 

Gaten

En die gaten zijn er: verbruik van goederen of diensten waarover geen btw is betaald. Deze gaten kunnen voortkomen uit opzet – belastingfraude of belastingontwijking – of van ‘ongelukjes’ zoals administratieve fouten of faillissementen. Tezamen vormen ze een compliance gap, een gat dus.

De grafiek laat de gaten in de btw-heffing in de lidstaten zien in 2020 en 2021. Bovenaan staan de lidstaten met de grootste gaten: Roemenië (bijna 37 procent in 2021), Malta (bijna 26 procent) en Griekenland (bijna 18 procent).

Onderaan de lidstaten waar nauwelijks consumptie ontsnapt aan btw-heffing: Spanje, Finland en Nederland. Verschillende lidstaten kunnen dus hun overheidsfinanciën flink versterken zonder belastingtarieven te verhogen, namelijk door gaten in de btw-heffing te dichten. Maar door het goede werk van de Belastingdienst geldt dat niet voor Nederland.

Franse uitvinding

De belasting op toegevoegde waarde (btw) is een Franse uitvinding, die rond 1970 in de toenmalige EG is ingevoerd om fiscale grenzen te kunnen slechten. Op weg naar de interne markt is de grondslag van de btw-heffing geharmoniseerd door af te spreken over welke leveringen en dienstverrichtingen deze belasting wordt geheven. Ook zijn daarbij afspraken gemaakt over de tarievenstructuur.

Die geharmoniseerde btw-grondslag leek ook een goede basis te vormen voor financiering van de EU-begroting met eigen middelen. Totdat bleek dat armere lidstaten meestal een bredere btw-grondslag in procenten van het nationaal inkomen hebben, en daardoor meer dan evenredig zouden moeten bijdragen aan de EU-begroting.

Bni-sleutel

Daarom zijn die nationale bijdragen (aan de EU-kas) op basis van de btw-grondslag sterk beknot en grotendeels vervangen door bijdragen op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van lidstaten. Uiteindelijk kom je uit op een bijdrage van 0,3 procent van de geharmoniseerde btw-grondslag: in 2021 ging het uiteindelijk om 18 miljard euro.

De gaten lijken uiteindelijk geen invloed te hebben op wat landen aan de EU moeten betalen (de ‘geharmoniseerde grondslag’ voor de liefhebbers).  Maar is dat wel zo? De grondslag wordt namelijk op grond van verordening 1553/89 bepaald door een formule. Je deelt de geïnde netto-btw-opbrengst door het btw-tarief.

Weliswaar met wat correcties hier en daar, maar door deze berekeningswijze sluipen tekortkomingen in de nationale btw-heffing in de bepaling van de nationale afdrachten. Er wordt minder afgedragen. Een reden temeer om ook het resterende btw-element in de financiering van het EU-budget te vervangen door de bni-sleutel!

Van het inflatiespook tot het coronaherstelfonds, elke woensdag ontvang je een overzicht van de laatste ontwikkelingen in de nieuwsbrief De week van de euro.