Chahim (GroenLinks-PvdA) en Van den Berg (D66) halen mbo naar Europees Parlement

Wat jarenlang onmogelijk leek, is werkelijkheid geworden: mbo-studenten mogen voortaan stage lopen in het Europees Parlement. Of om precies te zijn, bij Europarlementariërs. Een historische stap want het duurde even voor de interne regels aangepast waren.  Mbo’ers kunnen Europarlementariërs Mohammed Chahim (GroenLinks-PvdA) en Brigitte van den Berg (D66) bedanken. 

4 min. leestijd
(Bron foto: Europees Parlement)

Tot nu gold er een harde eis voor stagiairs in het Europees Parlement: studeren aan een opleiding die toegang geeft tot de universiteit. In andere EU-landen was een middelbareschooldiploma voldoende, want dat gaf toegang tot een universiteit, maar in Nederland viel het mbo daarmee automatisch buiten de boot. Bizar, concluderen Chahim en Van den Berg.

De regels waren niet alleen discriminerend, maar ook slecht te verdedigen. “Zelfs EU-ambtenaren gaven toe dat ze het niet konden uitleggen”, vertelt Van den Berg. Het sloot een hele groep praktisch opgeleide jongeren uit. Van den Berg vindt het sowieso raar hoe Europese instellingen mensen werven. “Ze hebben hier een sollicitatiebeleid waarbij ze de illusie hebben dat ze de top van de top aantrekken”, zegt ze. “Ze doen allerlei hele ingewikkelde testjes, maar daarmee selecteer wel uit een eenzijdige skillset.”

Chahim was er in 2022 al mee bezig. Hij en zijn team schreven brieven aan collega’s die over de interne regels gingen. Probeerden via omwegen stagiaires aan te nemen om aandacht te vragen en pleegden ontelbare telefoontjes. Na de verkiezingen dook ook Van den Berg erop met dezelfde strategie. Na lang pushen is het dan eindelijk gelukt.

Mbo-student

Voor Quin Blokzijl (rechts op de foto), mbo-afgestudeerde in Desktop Publishing aan het ROC van Amsterdam, begon het allemaal met een link die hij via LinkedIn kreeg doorgestuurd. Hij solliciteerde bij Van den Berg en viel op. Inmiddels is hij trainee, echt de eerste mbo-student is hij niet. Hij is inmiddels afgestudeerd dus valt wel binnen de oude regels. Toch moet hij een voorbeeld zijn, vindt Van den Berg.

Ze ziet het als een gemis dat mbo’ers zolang zijn uitgesloten: “Ik bedoel, ik wil juist meedenken over het beleid. Met name ook over skills- en mbo-beleid dat is een van mijn hoofdportefeuilles.” Dat iemand als Quin meedenkt, is voor haar dus logisch én waardevol.

Van den Berg benadrukt dat juist veel parlementaire werkzaamheden – van communicatie tot organisatie – uitstekend passen bij mbo-opleidingen. “Er zit iets kroms in het idee dat een stagiair met een universitaire studie nodig is om bezoekersgroepen te begeleiden, posts voor sociale media te maken of video’s te editen.”

Dat wordt zichtbaar in het werk van Quin. Hij helpt mee met het organiseren van werkbezoeken, produceert video’s en beheert sociale mediakanalen. “We hadden laatst drie scripts klaarliggen voor een video over deze verandering. Quin regisseerde het van a tot z,” vertelt Van den Berg trots.

Van beleid naar praktijk

Direct een mbo-student aannemen gaat echter niet zomaar lukken. Organisaties waar mbo’ers stage kunnen lopen moeten ingeschreven zijn als erkend leerbedrijf. GroenLinks-PvdA heeft die stap al gezet, ook de D66-fractie in het Europees Parlement is nu een erkend leerbedrijf. Andere fracties moeten die stap nog zetten. 

Daarnaast moeten mbo-studenten ook weten wat de mogelijkheden zijn. Zowel Van den Berg als Chahim zetten daarom in op het motiveren van mbo’ers. Op Instagram spoort Chahim hen al aan om te solliciteren en binnenkort staat de eerste vacature online. En bij D66 is er straks ruimte voor twee mbo’ers.

Even wennen

Maar in een bubbel van masterstudenten en bachelors is het voor een mbo’er even wennen. Een eenvoudige vraag als “van welke universiteit kom je?” verraadt al hoe diepgeworteld het idee is dat alleen academici thuishoren in het Europees Parlement. Voor mbo’ers als Blokzijl komt daar nog een extra laag bij. De verbazing die te horen ligt in vragen als: “Wie heeft jou hier binnengelaten?” Het laat zien hoe onwennig sommige mensen nog zijn bij het idee dat ook praktisch opgeleide mensen een plek verdienen in het hart van de Europese politiek.