De huidige zevenjarige Europese begroting heeft nog vier jaar te gaan. Toch is de bodem van de pot nu al in zicht. Door de pandemie en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne viel het Europese prijskaartje onverwacht hoog uit. De Europese Commissie kwam daarom met een voorstel. De meerjarenbegroting moet halverwege haar looptijd van 2021-2027 aangevuld worden met nieuw geld van de lidstaten.
In totaal vraagt de Commissie aan de lidstaten 66 miljard euro extra voor de komende vier jaar. Daarbovenop wil de Commissie nog eens 33 miljard euro lenen. De Commissie schat dat Nederland 3,1 miljard euro extra moet afdragen.
Vinger op de knip
Maar daar voelt het kabinet weinig voor. Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra stuurde een document naar de Tweede Kamer, waarin hij verwijst naar de Europese top van juli 2020. Tijdens die top besloten de Europese leiders dat de meerjarenbegroting niet tussentijds opgebroken kan worden.
Overigens wil het kabinet de komende jaren binnen de Europese begroting meer aandacht voor onderzoek en innovatie, duurzaamheid en migratie. Eerder gaf de Commissie al aan dat dit voor haar ook de prioriteiten zijn. Dit zijn evenwel geen onvoorziene uitgaven. De Commissie moet hiervoor dus teruggrijpen naar de financiële middelen die ze nu al heeft, vindt Nederland.
Ook voor de gestegen rentekosten moet de oplossing worden gezocht binnen de huidige begroting, stelt Nederland. Zelf moeten we ook creatief omgaan met de gevolgen van de gestegen rente op de Nederlandse begroting, zegt het kabinet.
De portemonnee trekken
Het grootste deel van het extra geld wil de Commissie aan Oekraïne besteden. Een nieuw fonds ter waarde van 50 miljard euro moet ervoor zorgen dat Brussel het land kan blijven steunen. De pot, die zou bestaan uit leningen en giften, moet Oekraïne ook helpen bij de naoorlogse wederopbouw. Aan het geld zijn hervormingsvoorwaarden verbonden die Oekraïne moeten voorbereiden op EU-lidmaatschap.
Voor Oekraïne wil Nederland wel de portemonnee trekken. Volgens het kabinet gaat het hier immers om onvoorziene uitgaven. Omdat “het verloop van de situatie in Oekraïne moeilijk te voorspellen is”, kunnen de Nederlandse afdrachten naar de EU wel heel wat onvoorspelbaarder worden.
Tot slot vroeg de Commissie ook extra geld om tegemoet te komen aan de gestegen kosten van het eigen personeel. Maar het kabinet heeft geen zin om te betalen voor de geïndexeerde lonen van het Commissiepersoneel. Over het extra personeel dat de Commissie wil aanwerven door het groeiende takenpakket, blijft het kabinet voorlopig op de vlakte. Als de Commissie beter wil uitleggen waar die 885 extra voltijdse krachten precies voor nodig zijn, wil Nederland weer kijken wat mogelijk is.
De kans dat de Europese Commissie haar volledige wensenlijstje kan afvinken, is klein. Want hiervoor is unanimiteit nodig onder de lidstaten. Wat betekent dat alle lidstaten akkoord moeten gaan.