Auto-industrie trekt aan de bel: uitfasering verbrandingsmotor gaat te snel

Het gaat te snel met de uitfasering van de verbrandingsmotor. Duitse fabrikanten maakten zich al zorgen, maar nu trekken ook Nederlandse en Italiaanse bedrijven aan de bel.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

“Het beleid verandert te veel”, vertelt Frits van Bruggen van de RAI-Vereniging aan BNR. De RAI-Vereniging behartigt de belangen van ruim zevenhonderd fabrikanten en importeurs van auto’s. Frits van Bruggen heeft het over de verduurzaming van de auto- en mobiliteitsindustrie. Hij legt uit dat ongeveer negentig procent van wat er in de Nederlandse auto-industrie gemaakt wordt, geëxporteerd wordt. De helft van die totale export gaat naar Duitsland. Dat deze industrie daar in een crisis verkeert, is dan ook slecht nieuws voor Nederland.

Niet alleen Nederland maakt zich zorgen. De Italiaanse minister van Industrie Adolfo Urso sloot zich woensdag aan bij de Europese auto-industrie. Samen met Duitsland roepen ze de EU op om de doelstellingen voor het verminderen van de CO2-uitstoot van auto’s te versoepelen en een verbod op de verkoop van benzine- en dieselmodellen in 2035 te heroverwegen. Ze willen dat de EU niet pas eind 2026, maar al begin 2025 gaat kijken of de wetgeving moet worden aangepast.

Hoe zat het ook alweer?

In maart van 2023 kwamen de lidstaten tot een historisch akkoord: vanaf 2035 zouden nieuwe Europese auto’s geen CO2 meer mogen uitstoten. Geen verbrandingsmotoren meer dus. Althans, dat was idee.

Duitsland, bekend om haar grote auto-industrie, ging toentertijd alleen akkoord omdat er een uitzondering werd gemaakt voor auto’s die op zogenoemde ‘e-fuels’ rijden. Dit is een synthetische brandstof die wordt geproduceerd met groene stroom en CO₂ uit de lucht en probleemloos in de auto’s van nu kan gebruikt worden. Toch geen volledig verbod op traditionele motoren dus.

Het doel gaat “zeker” niet worden bereikt

Het doel van de Europese wet was om de omslag naar de productie van elektrische auto’s in de auto-industrie te versnellen.

Transport is namelijk verantwoordelijk voor bijna een kwart van uitstoot in de EU. Maar er is een gebrek aan vraag naar elektrische auto’s omdat er nog te weinig betaalbare modellen zijn. Recent kwamen verschillende autofabrikanten daarom met het nieuws dat ze hun targets verlagen.

Toen het er vorig jaar voor de wet op aankwam, onthield Italië zich van stemming. Vorige week noemde de Italiaanse premier Meloni de doelstelling voor 2035 al “zelfvernietigend” en nu stelt haar minister van Industrie dus dat het doel “zeker” niet gaat worden bereikt.

Al in januari van dit jaar kwam de Europese Rekenkamer met een rapport dat concludeerde dat het niet realistisch was dat de doelen gehaald gingen worden.