De Raad van Europa, een mensenrechtenorganisatie bestaande uit 46 landen heeft ingestemd met het voorstel van de EU om de status van de wolf in het Verdrag van Bern te verlagen van ‘strikt beschermd’, naar ‘beschermd’. De wijziging zal niet direct tot verandering leiden. Toch is het een volgende stap naar het mogen bejagen van de tot voorheen streng beschermde diersoort.
SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen, die zich hier al langer hard voor maakt, noemt het “een terecht besluit” en “goed nieuws voor schapen, kalveren, pony’s en hun veehouders”. In de jaren zeventig werd de wolf opgenomen in het Verdrag van Bern als een ernstig bedreigde diersoort. Inmiddels zijn er een stuk meer wolven, waar ook in Nederland boeren en veehouders veel problemen van ondervinden.
Dat de wolvenpopulatie weer is toegenomen wijst volgens Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks-PvdA, juist op het succes van de beschermstatus. Volgens hem bestaat er met de verlaging van deze status “een groot risico dat niet alleen de jacht op de wolf, maar op de gehele Europese natuur wordt geopend.”
38 landen, waaronder de EU-landen, stemden voor verlaging van de strikt beschermde status. Het VK, Bosnië en Herzegovina, Monaco en Albanië stemden tegen. Tunesië en Turkije onthielden zich van stemming.
Met de beslissing, die vrijdag formeel zal worden genomen, is de verandering van de status nog niet geregeld. Over drie maanden gaat de aanpassing van kracht. Vervolgens moet de Europese habitatrichtlijn aangepast worden. Dat kan alleen met unanimiteit. Spanje en Ierland stemden eerst nog tegen het wijzigingsvoorstel voor Bern. De kans bestaat daarom dat een land een veto zal uitspreken.