Jarenlang lag het onderwerp in Brussel onder een dikke laag stof, onbespreekbaar en politiek gevoelig. Maar nu lijkt de tijd rijp voor een heroverweging. Zo voelt het in ieder geval voor de Europarlementariërs Bert-Jan Ruissen (SGP) en Sander Smit (BBB) na een bezoek aan Stellendam van Costas Kadis, de Eurocommissaris voor Visserij.
Kadis zinspeelde er al op tijdens zijn hoorzitting, hij wil innovatieve duurzame vistechnieken heroverwegen, een zegen voor politici met vissers in de achterban. Tijdens een rondreis langs verschillende Europese lidstaten, Nederland was de vijfde stop, bezoekt hij vissers, praat Kadis met wetenschappers en kijkt naar de toekomst van de Europese visserij. Zijn bezoek eindigt bij de scheepswerven van schepenbouwers Padmis en Damen Maaskant in Stellendam. En juist daar spreekt hij zich na lange tijd voorzichtig positief uit over de toekomst van pulsvissen.
Pijnlijke klap
We gaan even terug in de tijd. Zo’n zeven jaar geleden was Nederland koploper in de toepassing van pulsvissen. De techniek, waarbij lichte elektrische schokjes vissen uit de zeebodem opschrikken, zorgde voor minder bodemberoering, een lager brandstofverbruik en minder bijvangst. Volgens de Universiteit Wageningen dé manier om de visserij te verduurzamen.
Toch kwam er een verbod. Niet vanwege de techniek zelf, maar door een mix van emoties, politiek en belangen. Franse vissers voelden zich benadeeld. Nederlandse vissers vingen meer en efficiënter en dat leidde tot spanningen op zee én in het Europees Parlement. Dierenrechtenorganisaties uitten zorgen over de onbekende langetermijneffecten op het zeeleven. En zo werd pulsvissen verboden.
Voor Nederland was het een harde klap. Schepen moesten worden omgebouwd, investeringen gingen verloren en vissers zagen hun voorsprong verdwijnen. “Het voelde alsof we werden gestraft voor innovatie,” zegt Europarlementariër Sander Smit (BBB), vicevoorzitter van de visserijcommissie in het Europees Parlement.
Nieuwe wind
Maar nu lijkt het tij dus te keren. Kadis, die eerder nog weinig had losgelaten over zijn visie op pulsvissen, toont zich tijdens zijn bezoek opvallend open: “Niet terug naar hoe het was, maar wél vooruit met nieuwe vormen van puls, in een breder pakket van duurzame technieken.” Dat klinkt als muziek in de oren van staatssecretaris Jean Rummenie, die Kadis vergezelt tijdens zijn tour. “Pulsvissen is belangrijk voor Nederland, voor onze innovatiekracht en voor de toekomst van duurzame visserij. Het is goed dat Brussel weer luistert.”
Ook Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) ziet mogelijkheden: “We willen het niet terug naar de oude vorm, maar als onderdeel van een grotere innovatiegolf. De techniek is er klaar voor, de sector staat te popelen en de urgentie is duidelijk.”
Samenwerken
Toch is het dossier politiek gevoelig. Frankrijk heeft zich in het verleden fel uitgesproken tegen pulsvissen. Dat Kadis zich nu voorzichtig uitspreekt vóór heroverweging, betekent niet dat de weg vrij is. Het is balanceren.
Smit ziet daarin juist een kans: “We moeten de Fransen meenemen. Laat hen ook meedoen in de innovatie. Laat het geen Nederlands trucje zijn, maar een Europees project.” Hij pleit zelfs voor een symbolisch gebaar: “Misschien moeten we het pulsvissen een nieuwe naam geven en de samenwerking hernieuwen. Als we het samen doen, winnen we allemaal.”
Ruissen valt hem bij: “Het draait niet alleen om techniek. Het gaat om vertrouwen, wederzijds begrip en een gedeeld belang. Visserij is geen strijd tussen landen, het is een gezamenlijke zorg voor onze zee.”