Post uit Brussel | Minder vaak een zaaltje

Onze volksvertegenwoordigers zijn steeds minder actief in de kleinere zaaltjes van de Tweede Kamer. Taken worden verdeeld binnen kleinere politieke fracties. En mediazichtbaarheid in de grote of ‘plenaire’ zaal vinden ze belangrijker dan een commissiedebat. Een presentatie over een EU adviesrapport wordt misschien geannuleerd, want maar twee Kamerleden meldden zich op tijd aan. Interne regels bepalen: dat is niet de moeite, ziet onze columnist Mendeltje van Keulen (cartoon) in haar column Post uit Brussel.

4 min. leestijd

Vrijwel niemand noemt zich openlijk lobbyist. Bedrijven en organisaties kennen de functie van ‘public affairs’ en NGO’s noemen dat ‘advocacy officer’. Die professionals hebben allemaal als opdracht om de belangen van hun organisaties onder de aandacht te brengen bij beleidsmakers. Ze benaderen ambtenaren, bewindspersonen en ook volksvertegenwoordigers met hun standpunt.

Tweede Kamerleden zijn vaker lid van kleine, onervaren fracties .Ze hebben informatie nodig van burgers of bedrijven of belangengroepen en ze praten daarvoor met dit soort lobbyisten. Die kunnen hen aansporen een bepaald onderwerp te agenderen. Door vragen te stellen bijvoorbeeld. Of door een onderwerp aan te kaarten in een vergadering met een minister of andere Kamerleden.

Grip door begrip

Als ze daar belang bij zien, kunnen Kamerleden besluiten om een “activiteit” te organiseren. Denk een debat, een ontvangst of een petitieaanbieding. Dat besluit nemen ze samen in een “procedurevergadering”, er moet een meerderheid van aanwezigen voor zijn. De griffie gaat die activiteit dan inplannen, met een minister, experts of ambassadeurs bijvoorbeeld. Op dinsdag, woensdag of donderdag – en idealiter zonder overlap met andere activiteiten van woordvoerders.

De agenda heet in Tweede Kamerjargon ‘convocatie’. Je vindt ze op de website www.tweedekamer.nl. Al is het wel zoeken, want sommige griffiers houden het bij ‘convo’ – die zoekterm is weer net wat anders. Een actuele convocatie is deze, over een technische briefing op 6 maart over de evaluatie van het Nederlandse Europabeleid . De Europawoordvoerders vroegen namelijk om informatie uit de eerste hand van de onderzoekers van de jarenlange studie Grip door Begrip. Ze wilden over de aanbevelingen aan de ministeries (gebaseerd op literatuurstudies, case-studies en 150 interviews over Nederlandse invloed in de Europese Unie) graag in gesprek.

Lobbyisten hebben de taak (en nemen de tijd) om de parlements-website uit te pluizen naar momenten om hun onderwerp onder de aandacht te brengen. Als er een interessante activiteit is aangekondigd, kunnen ze Kamerleden een berichtje sturen, een bezoek brengen of via social media benaderen. “Ga naar dat debat, da’s belangrijk!”.

De moeite niet

Maar tussen droom en daad zitten obstakels. Omdat de fracties kleiner zijn dan vroeger, moeten Kamerleden meer portefeuilles volgen. En hebben ze vaker parallelle vergaderingen – in de plenaire zaal én in de commissiezalen. Fractiemedewerkers kunnen soms, per abuis, vergeten om woordvoerders van hun partij aan te melden in het systeem. Wat de reden ook is, voor de briefing over het adviesrapport over Nederlandse EU-invloed meldden zich vooralsnog maar twee Kamerleden aan. Dat is niet voldoende, zijn de interne regels. Sprekers, bodes en griffiers laten opdraven voor minder dan vijf volksvertegenwoordigers – da’s de moeite niet.

Als de ondersteunende staf van een Kamercommissie het belang van een thema inziet, zijn er omwegen te maken. Naast alle Kamerleden kan de commissievoorzitter (bij Europese Zaken is dit Caroline van der Plas) worden gevraagd om fractiemedewerkers, onderzoekers of adviseurs bij een activiteit van Kamerleden uit te nodigen. Niet voor een debat met de minister of een gesprek met een Eurocommissaris natuurlijk, dat moeten Tweede Kamerleden zelf doen. Maar in het geval van een informatieve briefing, bijvoorbeeld over voorstellen of rapporten, kan het lonen om juist die mensen uit te nodigen, die de debat-teksten schrijven en Leden ondersteunen bij een Europees debat. Anderzijds: briefings zijn voor Kamerleden en niet voor hun medewerkers. Als ze zich niet aanmelden, gaat het feest niet door.

Praktijkprofessor Europa van de Haagse Hogeschool Mendeltje van Keulen was griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij kijkt regelmatig voor Brusselse Nieuwe in brievenbus van de Tweede Kamer naar de post uit Brussel. Ook de column van Mendeltje van Keulen in je mailbox ontvangen? Abonneren kan hier voor slechts 5,50 euro per maand. Daarmee levert u een bijdrage aan de onafhankelijke journalistiek en opinie over Europese zaken die Nederland raken. Aan de hand van haar columns wordt in het boek ‘Post uit Brussel – Nederlandse invloed op Europees beleid’ beschreven hoe Nederlanders (meer) invloed op Brussels beleid kunnen hebben, in elke fase van het besluitvormingsproces. Dit handboek voor Europese lobby, is hier te bestellen!