Met bijdragen van Tom Bouwmans
De Parlementaire commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM) was van 23 tot 25 mei op werkbezoek in Den Haag. Samen met Nederlandse beleidsmedewerkers en middenveldorganisaties, zoals het Rode Kruis Nederland en VluchtelingenWerk Nederland, keek een delegatie van vier Europarlementariërs, onder wie Michiel Hoogeveen (JA21), naar de bestrijding van mensenhandel. Hoe staat het ervoor en wat kan de Europese Unie doen om deze problematiek een halt toe te roepen?
Op een persconferentie woensdagmiddag in het Huis van Europa aan de Korte Vijverberg in Den Haag, lichtten de vier Europarlementariërs hun werkbezoek toe. Voorzitter van deze Parlementaire commissie, Robert Biedroń, geeft uitleg bij het programma: onder meer een bezoek aan Europol, het Internationaal Strafhof, De Eerste en Tweede Kamer. Ze spreken met onder andere staatssecretaris Justitie en Veiligheid Eric van der Burg (VVD) en regeringscommissaris seksueel overschrijdend gedrag en seksueel geweld Mariëtte Hamer.
Prostitutie
Een deel van het bezoek stond in teken van de Nederlandse aanpak van prostitutie. De Parlementaire commissie FEMM brengt daar binnenkort een eerste rapport over uit, waarna het Europees Parlement zich voor de eerste keer zal buigen over het thema. “We hebben interessante dingen gezien”, vertelde voorzitter Biedroń over de Nederlandse aanpak. “Wat we nu doen is de gemene deler vinden in de manier waarop landen met prostitutie omgaan. Want de aanpak is vaak heel verschillend in de Europese lidstaten; en soms onverenigbaar.”
Binnen de delegatie van de Parlementaire commissie FEMM bestaat onenigheid over een gemeenschappelijke aanpak van prostitutie, bleek tijdens de persconferentie. De progressieve Duitse Europarlementariër Maria Noichl is fel gekant tegen het Nederlandse beleid, dat volgens haar uitbuiting van vrouwen in de hand werkt. Volgens haar bestaat in de schaduw van gereguleerde prostitutie altijd een illegale variant. “Deze situatie is voor vrouwen onacceptabel”, zei ze. Daarom pleit Noichl voor het verbieden van legale prostituei en strenge handhaving. “Wat we wel moeten doen is het volgende: in de eerste plaats voorkomen dat vrouwen in de prostitutie belanden, ten tweede vrouwen die dat willen uit de prostitutie helpen, ten derde het niet-criminaliseren van prostituees en ten vierde: de consumenten wél criminaliseren. Dat laatste punt is het belangrijkst.”
Daarmee bedoelt Noichl dat mensen die een prostituee bezoeken als crimineel bestempeld moeten worden. Hoogeveen is het daar niet mee eens: “De centrum- en progressieven partijen willen een strengere regulering van prostitutie. Ik zie dat, als Nederlander, anders: ons systeem is verre van perfect, maar ik denk dat het goed is om prostitutie meer zichtbaar te maken. Prostitutie zal er uiteindelijke altijd zijn. Dat zagen we tijdens de pandemie. Zodra de sekswerkers niet meer aan het werk mochten, ontstond er een beweging richting de illegaliteit en obscure websites. Als je dit probeert te verbieden, dan los je het probleem niet op. Het raakt dan alleen uit beeld.”
Oekraïne
Een ander belangrijk thema was mensenhandel binnen de stroom Oekraïense vluchtelingen. Een uitdaging op Europees niveau, noemen de leden van de Parlementaire commissie het. Om dat zo goed mogelijk te reguleren, is het volgens FEMM-lid Francis Fitzgerald vooral belangrijk de vluchtelingenstroom in kaart te brengen: “Onmiddellijke registratie in het land van aankomst is belangrijk”, zei ze. “Er moet hulp zijn met huisvesting, ze moeten geld krijgen. Die aanpak moet meer gecoördineerd worden”.
Daar is ook Hoogeveen – die tijdens het bezoek een kritische kanttekening plaatste bij het Nederlandse migratiebeleid – het mee eens. Polen heeft 2.5 miljoen Oekraïense vluchtelingen opgevangen, Nederland inmiddels zo’n 60.000. Maar de opvang kan beter, denkt Hoogeveen. “Daarvan zijn er op dit moment maar 10.000 aan het werk”, zegt hij. “In Polen gaat dat veel makkelijker, heb ik de afgelopen dagen geleerd. Als Oekraïners daar aankomen, kunnen ze hun geld – dat niets meer waard is – inwisselen. Dat kan in Nederland niet en daar moeten we wat aan doen, want het helpt die mensen”.
De uitkomst van de missie naar Den Haag wordt door de Parlementaire commissie op een later moment gerapporteerd. Dat rapport staat in teken van een verbetering van de Europese richtlijn tegen mensenhandel. De richtlijn bestaat al, inclusief een Europees anti-mensenhandel coördinator die toeziet op de uitvoering van het beleid, maar deze commissie wil die actualiseren. Daar hoort dus ook een rapport over het tegengaan van uitbuiting in de prostitutie bij.
