Verheerlijkt in films maar toch al een paar jaar verbannen in het café, de trein en het kantoor: de sigaret. Dat roken ongezond is, staat niet meer ter discussie. Toch buigt het Europese Hof van Justitie, op verzoek van een Rotterdamse rechtbank, zich over de Europese meetmethode van de hoeveelheid teer, nicotine en koolmonoxide die vrijkomt bij het opsteken van een peuk.
Sigaretten meten
De Nederlandse Stichting Rookpreventie Jeugd heeft twijfels bij de wijze waarop het vrijkomen van schadelijke stoffen bij het roken wordt gemeten in Europa. Reden daarvoor was een studie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu uit 2018. Daaruit bleek dat er meer schadelijke stoffen vrij komen bij het roken dan tot op heden wordt gemeten met de zogeheten ISO-methode waarbij een machine sigaretten ‘inhaleert’ om zo de hoeveelheden schadelijke stoffen die vrijkomen bij het roken te detecteren.
Wat wordt gemeten komt dus niet overeen met wat een roker daadwerkelijk binnenkrijgt, meent de stichting die daarom een rechtszaak is begonnen bij de rechtbank in Rotterdam. Waarna het Europees Hof om advies is gevraagd. En wat is het oordeel van de Europese rechters in Luxemburg? Dat de ISO-methode gewoon geldig is en blijft.
Echter, omdat de methode niet is opgenomen in het Publicatieblad van de Europese Unie, kan deze niet worden ingezien door particulieren zoals verenigingen voor consumentenbescherming. Burgers kunnen dus niet weten hoe de maximumniveaus van de gevaarlijke stoffen in sigaretten worden bepaald bij dergelijke tests. Volgens Stefaan van der Jeught, woordvoerder van het Hof, komt de bal zo terug in het kamp van de nationale rechtsgang, die zich hier weer over moet buigen. De zaak is dus nog niet beklonken, zo klinkt het.
