‘Verzending ongedaan maken’: sms’jes Von der Leyen

2 min. leestijd
Plenary session – Debate with the Prime Minister of Slovakia on the Future of Europe

Ursula von der Leyen hoeft haar chatberichten niet openbaar te maken. De Europese Commissie heeft beslist dat de sms-berichten van de voorzitter geheim mogen blijven. Hoewel het uitvoerende orgaan van de Europese Unie voorstander is van meer transparantie, mogen de zogenoemde ‘instant messages’, ook die van Von der Leyen, buiten schot blijven. 

Kortstondig en dus geheim

“De berichten zijn, omwille van hun kortstondige en vluchtige aard, niet bedoeld om belangrijke informatie te bevatten over het beleid, de activiteiten en de besluiten van de Commissie”, aldus vicevoorzitter Vera Jourová, die de commissaris is voor transparantie. Daarom valt een sms’je of WhatsApp-berichtje volgens de Commissie ook niet onder de Europese transparantieregels.

Onzin, vindt Sophie in ’t Veld. De D66-Europarlementariër stelde kritische vragen aan de Eurocommissaris voor Waarden en Transparantie nadat uit onthullingen was gebleken dat dergelijke berichtjes systematisch worden vernietigd. 

Wel of niet belangrijk

De kwestie kwam op tafel nadat het Duitse weekblad Der Spiegel toegang had gevraagd tot de sms die Von der Leyen had uitgewisseld met de CEO van Pfizer, Albert Bourla. In die berichten zou een deal zijn beslecht over het vaccincontract. 

Het zou mogelijk gaan om een van de meest uitvoerige contacten tussen Von der Leyen en een andere persoon. Dat de Commissie nu stelt dat er geen belangrijke informatie wordt uitgewisseld via deze manier, is volgens In ’t Veld dan ook een cirkelredenering. 

“Commissiepresident von der Leyen trad aan met de belofte van transparantie. Ze maakt die belofte niet waar. Sterker nog; ze zondert een hele categorie van communicatie uit van geldende transparantieregels. Eurocommissarissen moeten enige discretionaire vrijheid genieten, maar hier wordt de mogelijkheid van democratische controle op de uitvoerende macht in de kiem gesmoord. Dat is onaanvaardbaar.”

In ’t Veld stelt niet alleen grote vraagtekens bij de onderbouwing van de Europese Commissie maar heeft bovenal moeite met de controlerende kracht van het Europees Parlement, die volgens haar lijkt te verwateren. “In Nederland was dit geëxplodeerd. Maar hier, in Straatsburg, lijkt het net alsof er niets aan de hand is.”