Het zit er inmiddels op. Europarlementariërs kwamen twee dagen lang in Brussel bij elkaar met parlementsleden andere Europese landen. Het is een jaarlijks terugkomend evenement waarop gedachten uitgewisseld en informatie gedeeld wordt.

Een van de aanwezigen namens Nederland was Evert Jan Slootweg. Kamerlid namens het CDA. Het was voor hem de tweede keer dat hij een zogeheten ‘parlementaire week’ kon bijwonen. De eerste keer vond dit evenement plaats net voor de coronacrisis uitbrak.

Nuances

Het begint gebruikelijk met een bijeenkomst van de politieke familie. Een bijeenkomst van de Europese zusterpartijen dus. Het CDA kwam samen met de Europese zusterpartijen waarmee het in de Europese Volkspartij (EVP) in het Europees Parlement samenwerkt. Daar zit bijvoorbeeld ook het Duitse CDU bij. Daarna kregen de aanwezigen de kans om zich in een aantal onderwerpen te verdiepen.

Voor Slootweg komt zo’n parlementaire week goed uit. In Den Haag houdt hij zich bezig met financiën en spreekt daarom één keer per maand met minister van Financiën Sigrid Kaag. “Daar klinkt heel vaak de vraag: wat vinden andere landen nou van zo’n voorstel?”, legt Slootweg uit. “Als controlerende macht is het dan fijn om met parlementsleden uit die landen daarover te praten.”

Het levert volgens hem toch belangrijke nuances op, waar je via de minister niet achter komt. Ministers spreken vaak met andere ministers uit de coalitie. Oppositieleden uit andere landen geven toch wat meer kleuring, vindt Slootweg.

Kritiek

Het lijkt een beetje op een netwerkevenement, maar daar is Slootweg het niet mee eens. “Met een aantal mensen wissel je wel eens een visitekaartje uit. Het is handig om met ze in contact te blijven”, zegt hij. Maar dat is lang niet alles wat tijdens zo’n parlementaire week gebeurt.

“Je krijgt in die dagen wel gedegen kritiek op bepaalde voorstellen te zien”, zegt hij. Zo is er in de eerste plaats ruimte om met de betrokken Eurocommissaris te praten, maar ook een Duitse denktank leverde commentaar op voorstellen vanuit de EU.

Europese begroting

Vooral interessant voor Slootweg is de discussie over het Stabiliteits- en Groeipact. Dat zijn Europese afspraken over de begroting van EU-landen. Zo mag het begrotingstekort niet boven de drie procent van het bruto binnenlands product (bbp) uitkomen. Ook mag de staatsschuld niet meer dan zestig procent van het bbp bedragen.

Op dit moment liggen er voorstellen om die regels te veranderen. En daar heeft Slootweg veel over kunnen leren de afgelopen paar dagen. “Ik heb echt wel meer inzicht gekregen in de voorstellen van de Europese Commissie en hoe er in Europa over nagedacht wordt”, aldus Slootweg. “Je ziet dat lidstaten met een grote staatsschuld reikhalzend uitkijken naar nieuwe afspraken.”