Als één van de jongste nieuwe leden stapte Samira Rafaela (32) in 2019 het Europees Parlement binnen. De eerste dagen als nieuwbakken Europarlementariër begon ze verontwaardigd. De D66-politica stuitte al snel op de ouderwetse achterkamertjespolitiek van de zittende generatie politici. “Er komt een nieuwe jonge generatie die het anders gaat doen.”
Stokje voor steken
“Ik weet niet of ik dit het dieptepunt moet noemen van mijn eerste jaren in Brussel, maar ik was wel heel erg verontwaardigd. Toen ik het Europees Parlement in kwam na de verkiezingen, zag ik meteen hoe er allerlei deals werden gesloten tussen de verschillende groepen over de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Plots werd Ursula Von der Leyen naar voren geschoven vanuit het niets, terwijl wij vanuit het Europees Parlement campagne voerden rondom spitzenkandidaten voor het voorzitterschap.”
“Oké zo werkt dat hier blijkbaar, dacht ik. Die drie Europese instituties Raad, Parlement en Commissie hebben, ondanks dat ze onafhankelijkheid willen uitstralen, toch een verborgen verbondenheid en zelfs een verborgen agenda met elkaar.”
Deze gebeurtenis gaf Samira Rafaela extra motivatie als Europarlementariër. “Ik dacht toen: op het moment dat ik het allemaal door heb, wil ik voor dit soort deals op den duur een stokje steken.”
De in het Noord-Hollandse Uitgeest opgegroeide politicus zet zich in Brussel in voor een eerlijker, duurzamer handelsbeleid en een inclusievere arbeidsmarkt. Haar diverse achtergrond inspireerde haar om met een open blik de wereld tegemoet te treden. Ze is de dochter van een joodse, Curaçaos-Nederlandse vrouw en een Ghanees-Nigeriaanse, moslimman.
In de commissie internationale handel van het Europees Parlement is ze als vice-coördinator op haar plek. “Ik ben pro-handel, want het is een manier om je economische positie te versterken maar ook om goede relaties met elkaar te onderhouden in de wereld.” Zo maakt Rafaela zich sterk om aan het handelsverdrag met Chili het hoofdstuk ‘gender’ toe te voegen. Daarin staan regels over het investeren in de vaardigheden van vrouwelijke ondernemers, steun voor het midden en klein bedrijf en leiderschapsprogramma’s.
En toen kwam de pandemie
De coronapandemie beheerste een groot deel van haar termijn als Europarlementariër. Daar heeft Rafaela een dubbel gevoel over. “Het is een crisis waar niemand in wil zitten, maar tegelijkertijd kon ik wel echt bijdragen en helpen.” Maar dat optreden was soms ook zwaar. Ze weet het nog goed, de eerste maandag van de pandemie. “Dat was de enige keer dat ik even emotioneel brak. Toen kon ik het politieke niet meer van het persoonlijke scheiden. We kregen zo veel berichten binnen over kwetsbare jongeren die van de radar verdwenen en over kansarme kinderen die niet de digitale middelen hadden thuis les te volgen. Tegelijkertijd was ik brieven aan het schrijven naar de Europese Commissie over geweld tegen vrouwen tijdens de pandemie. Ik ervaarde het even als heel heftig.”
De andere kant is de erkenning die Samira Rafaela kreeg voor haar werk tijdens de pandemie. Op haar kast straalt de prijs voor ‘International Women of the Year’ van tijdschrift Harper’s Bazaar haar tegemoet. Ze ontving deze prijs voor haar werk als Europarlementariër en haar inzet voor de fysieke en financiële gezondheid van iedereen tijdens corona, ook voor de overzeese gebieden.
Juiste kant
De coronapandemie legde de kloof tussen progressieve en conservatieve Europese politici bloot. Rafaela bevond zich midden in die strijd door zich uit te spreken voor het tijdelijk opheffen van patenten op vaccins, zodat alle landen toegang krijgen tot het vaccin. Samen met Bas Eickhout (GroenLinks) overtuigde ze het Europees Parlement om zich uit te spreken voor de tijdelijke opheffing. Vooralsnog houdt de Europese Commissie voet bij stuk, zij willen alleen vaccins doneren. “In dit geval vraag ik me af aan welke kant van de geschiedenis wil de Europese Commissie staan?”
Ook op het vlak van vrouwenrechten zorgt Samira Rafaela voor een progressieve wind in de Europese Unie en zet ze zich af conservatieve politici. Ze is mede-initiatiefnemer van de Metoo-resolutie, waarin staat dat Europarlementariërs verplicht een bewustwordingstraining moeten volgen over machtsrelaties en hoe met elkaar om te gaan. Zelf ervaart ze in de wandelgangen regelmatig intimidatie door collega Europarlementariërs: “Als ik in debatten mijn speech hou over de belachelijke abortuswetten van Polen, dan wordt er intimiderend gejoeld door Poolse collega’s. Of ze maken opmerkingen als je langs loopt. Op de momenten dat je je uitspreekt over vrouwenrechten, is er sprake van intimidatie.”
Toekomstplannen
“Ik zit voorlopig goed in het Europees Parlement. Iedereen die mij goed kent weet dat de kans groot is dat ik in een internationale omgeving blijf waar ik mensen kan blijven verbinden met elkaar. Dat is iets dat ik van thuis uit heb meegekregen. Een tijd geleden was ik op een werkbezoek in de haven van Rotterdam. Bij het zien van al die containers kreeg ik een gevoel van jeugdsentiment. Van jongs af aan ging ik al mee met mijn vader naar de containers om oude kleding en spullen te vervoeren naar zijn thuisland. Gevoel voor handel zat er dus al vroeg in. Dat is het ultieme waar ik in geloof: internationale samenwerking en mensenrechten onderdeel maken van handelsbeleid.”