Premier Mark Rutte verwacht dat er nog meer slecht nieuws gaat afkomen op de boeren. Nederland gaat de Europese uitzonderingspositie over de omgang met het mestoverschot verliezen. Dat zegt hij vandaag in de wekelijkse persconferentie na de ministerraad.
“Wij moeten als Nederland ook echt aan de bak. We kunnen er niet op rekenen dat wij anders worden behandeld dan andere landen”, zei de premier.
Al enige tijd hangt in de lucht dat de Europese Commissie de zogenaamde mestderogatie die Nederland nu nog heeft gaat intrekken. Dankzij de speciale regeling, mogen Nederlandse boeren meer mest uitrijden dan volgens de Europese richtlijnen is toegestaan. Maar Brussel vindt dat de natuur in Nederland niet snel genoeg herstelt. Met name de kwaliteit van het water is onder de maat. Minder bemesten moet bijdragen aan een betere waterkwaliteit.
Volgens de premier is het zeker dat er zaken gaan veranderen voor de Nederlandse boeren. Daarmee erkent hij dat voor het eerst in jaren ons land de strijd om de uitzonderingsregeling heeft verloren.
“De marges zijn smal, dus laten we nou niet de indruk gaan wekken dat er heel veel kan. Het zal gaan veranderen en het zal echt een impact hebben op de boeren. We proberen te kijken naar een vorm waarin we de schade beperken”, aldus Rutte.
Is mest chefsache?
Rutte ziet er niets in om de strijd over de mestderogatie naar zich toe te trekken en zelf de onderhandelingen te gaan leiden in Brussel. Het is een zaak voor minister Henk Staghouwer van Landbouw waarbij Rutte voor zichzelf slechts een rol op de achtergrond ziet. “Bij al dit soort dossiers speel ik meestal een rol, maar dat is niet altijd zichtbaar. Het zijn de vakministers die dit doen”, zegt Rutte.
In de derde persoon over zichzelf sprekend voegde hij daaraan toe: “Er is vaak het romantische idee dat als Rutte nou maar in de auto stapt en met vier motoragenten naar Brussel rijdt om daar met zijn vuist op tafel te slaan, dat het dan het wel goedkomt”.
Maar Rutte, die samen met de Hongaarse premier Victor Orban de langstzittende Europese regeringsleider is, denkt dat hij met stille diplomatie het meest effectief kan zijn: “Dat gaat zelden door met vier motoren naar Brussel te rijden”.