Rijke landen beloven jaarlijks 300 miljard dollar klimaatsteun, ontwikkelingslanden teleurgesteld

1 min. leestijd
Eurocommissaris (Klimaatactie) Wopke Hoekstra tijdens een persconferentie op de klimaattop COP29 in Bakoe, Azerbeidzjan. Bron: Europese Commissie, 2024.

Op de klimaattop in Bakoe, Azerbeidzjan, hebben rijke landen toegezegd om tegen 2030 jaarlijks 300 miljard dollar aan klimaatfinanciering beschikbaar te stellen aan ontwikkelingslanden. Eurocommissaris voor Klimaatactie Wopke Hoekstra noemt de deal “een ambitieus en realistisch doel.” Toch is de teleurstelling bij ontwikkelingslanden groot.

Deze landen worden namelijk het hardst getroffen door de gevolgen van klimaatverandering, terwijl ze het minste bijdragen aan het probleem. Naar schatting hebben zij jaarlijks 1,3 triljoen dollar nodig om de gevolgen van natuurrampen te bestrijden en hun economieën te vergroenen. Van de 300 miljard die nu is toegezegd, komt slechts een klein deel uit subsidies en goedkope leningen van rijke landen.

De deal is dan ook niets meer dan “een optische illusie,” stelde Chandni Raina, hoofdonderhandelaar namens India. Andere delegaties spraken van “politiek opportunisme” en “een grap”. Volgens de afspraken zal de rest van het bedrag moeten komen van private investeringen en financieringsmechanismen die nog moeten worden uitgewerkt. Zoals mogelijke heffingen op fossiele brandstoffen of luchtvaart.