De Europese Commissie gaat de strijd aan met het geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Dat doet de Commissie met een voorstel voor een nieuwe Europese richtlijn waarmee ook zaken als seksueel contact zonder duidelijk wederzijdse toestemming (wanneer je geen ‘nee’ zegt, betekent dat nog geen ‘ja’), genitale verminking van vrouwen en geweld tegen personen via digitale platformen (cybergeweld) strafbaar zouden worden. Ook wil de Commissie hulplijnen en crisiscentra oprichten zodat het melden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld eenvoudiger wordt. De Tweede Kamer is enthousiast over deze doelstellingen, maar maakt ook wat kanttekeningen.
Misdaad en straf
In een technische briefing neemt de Tweede Kamer de Europese plannen onder de loep. Het kabinet kijkt uit naar de doelstellingen en is enthousiast dat met de nieuwe richtlijn werk gemaakt wordt van een veiliger Europa. “De nood is hoog: één op de drie vrouwen in Europa komt na het vijftiende levensjaar in aanraking met (huiselijk) geweld. De richtlijn vult eerdere Europese initiatieven aan en kan daarmee het verschil maken”, aldus Eva Maenen van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De richtlijn kan er in Nederland mogelijk voor zorgen dat het Wetboek van Strafvordering wordt aangepast en zaken als cybergeweld strenger worden aangepakt.
Te vroeg
Toch zijn er ook twijfels, bijvoorbeeld over de uitvoerbaarheid van deze richtlijn. Die zou zo gedetailleerd zijn dat lidstaten weinig ruimte hebben om zelf invulling te geven aan de plannen. Tegelijkertijd zou met de komst van deze richtlijn de werklast voor de Nederlandse hulpverlening groter worden. Ingrid Michon-Derkzen (VVD) wil weten bij wie deze uitvoeringslast komt te liggen, maar uit de technische briefing blijkt dat het nog te vroeg is voor een duidelijk antwoord.
“We weten nog niet goed wat de impact is, wat er in Nederland nodig zal zijn om ten volle aan die richtlijn te voldoen. Wel startten we inmiddels gesprekken met betrokkenen om te kijken wat de insteek van Nederland moet zijn. We moeten ons voorbereiden”, aldus beleidsmedewerker directie Maatschappelijke Ondersteuning Jitske Bosch.
De technische briefing dient dan ook vooral als een gedachtewisseling, met eerste bedenkingen en aanbevelingen. Een uitgelezen moment om ook eens op de plannen vooruit te lopen. Kamerlid Hanneke van der Werf (D66) merkt op: “Papier versus praktijk. Ik vraag me af hoeveel mensen hiervan op de hoogte zullen zijn, van zo’n Europese richtlijn. Onze aandacht moet uitgaan naar de communicatie van deze plannen; als het zover komt. Hoe we mensen op de hoogte brengen van het feit dat hun rechten verbeteren, dat ze eenvoudiger en in alle vertrouwen aan de bel kunnen trekken, na bijvoorbeeld huiselijk geweld.”