GroenLinks/PvdA wist ook in het buitenland het grootste aantal stemmen binnen te halen voor de Europese verkiezingen van vorige week. 44.388 Nederlanders in het buitenland brachten deze Europese verkiezingen hun stem uit. 31 procent van die stemmen ging dus naar GroenLinks/PvdA. Dat is 10 procent meer dan de partijen in Nederland kregen.
Buitenlandstem
De Nederlanders in het buitenland stemmen duidelijk progressiever en pro-Europeser dan de kiezers in Nederland zelf. Waar de PVV in Nederland op bijna 18 procent van de stemmen kon rekenen, en daarmee tweede partij is, valt de partij van Geert Wilders in het buitenland lager uit. Daar staat de PVV op plek 4 (9,28 procent).
D66 scoort met 13,43 procent hoger dan de PVV bij de Nederlanders in het buitenland en ook de VVD wint het van de PVV met 13,14 procent. Volt doet het ook beduidend beter in het buitenland dan in Nederland zelf. De pan-Europese partij scoort bijna twee keer zo hoog, blijkt uit de stelling van de briefstemmingen. 4,9 procent in Nederland en 8,8 procent in het buitenland.
Opkomst omlaag
Hoewel dit keer veel meer Nederlanders in het buitenland hun stem mochten uitbrengen is de opkomst aanzienlijk lager. In 2019 stonden er 63.517 Nederlanders in het buitenland geregistreerd, deze keer was dat 90.357. Maar 49 procent van die 90.000 kwam deze verkiezingen opdagen. Vijf jaar geleden was het opkomstpercentage 56 procent.
Nederlanders die in een ander EU-land wonen, konden ook op lokale Europese kandidaten stemmen. Maar dan mochten ze niet meer voor Nederland stemmen. Omdat deze mogelijkheid bestaat, wisselen EU-landen onderling hun kiezersregistraties uit. Dit om dubbel stemmen te voorkomen. De gemeente Den Haag moest voor de verkiezingen al 7.956 kiezers schrappen omdat zij ook in hun woonland geregistreerd stonden.