Het was dinsdag weer zo ver. Prinsjesdag. De dag waarop de Eerste en Tweede Kamerleden net gekleed en met creatieve hoedjes samenkomen. De Troonrede werd gehouden en later op de dag de miljoenennota en de rijksbegroting gepresenteerd. Daarin gaat het kabinet in op de verwachte ontwikkelingen van het komend jaar. Wat zijn de belangrijkste plannen? En welk effect hebben die op burgers en bedrijven? In de rijksbegroting wordt uiteengezet hoeveel geld elk ministerie het komende jaar krijgt. Daaruit is dus af te lezen waar de prioriteiten van het kabinet liggen.
Het is een goed moment om de olie te controleren en ook voor alles en iedereen om commentaar te geven. De kabinetsplannen worden door partijen doorgespit en becommentarieerd. Brusselse Nieuwe kijkt alvast naar wat er op Prinsjesdag over de EU gezegd werd.
Troonrede
Om te beginnen bij koning Willem-Alexander. De woorden ‘Europa’, ‘Europese Unie’ of ‘EU’, kwamen maar enkele keren voor in de speech van de koning en vooral in de context van de Russische invasie van Oekraïne. De invasie heeft laten zien hoe belangrijk internationale samenwerking is, zowel binnen als buiten de EU, vindt de koning. Daarnaast is hij trots op de eensgezindheid die Europa heeft getoond in het steunen van het belegerde Oost-Europese land.
Europarlementariër Samira Rafaela (D66) vindt het volkomen terecht dat de koning stilstaat bij die samenwerking en de eensgezindheid. Dit is ook nodig voor andere thema’s de komende tijd, denkt ze. Neem als voorbeeld klimaatverandering en de migratiecrisis.
Europarlementariër Annie Schreier-Pierik (CDA) richt zich op iets anders. Ze is blij dat de koning ook het stikstof- en natuurbeleid aanhaalt. Dat beleid moet volgens de koning samengaan met duidelijkheid voor de landbouw en vooral voor jonge boeren. Dat kan Schreier-Pierik alleen maar aanmoedigen.
Begrotingsregels
Ook de Raad van State heeft gereageerd op Prinsjesdag, zij het met lichte zorg. Zo benadrukt de Raad van State dat de begrotingen voor zowel 2023 en 2024 niet voldoen aan de Europese begrotingsregels (SGP). Die stellen dat het gat in de begroting maximaal drie procent van het bbp mag bedragen. Omdat de Raad van State de overheidsfinanciën vanaf 2024 nog verder ziet verslechteren, zien de economische analyses op middellange en lange termijn er ook niet rooskleurig uit.
In vergelijking met andere EU-lidstaten scoort Nederland echter nog altijd gemiddeld voor begrotingsdiscipline. Het is dus niet zo dat het Europese beklaagdenbankje nadert voor Nederland.
Verder is de Raad van State wel positief over het feit dat het koopkrachtpakket uit de miljoenennota voor 2024 financieel goed gedekt wordt. Op middellange termijn noemt de Raad van State dat “een goede stap om de overheidsfinanciën te verbeteren”.