Foto: Leah Corsmit, een van de twee Nederlandse burgervertegenwoordigers
De jonge vrouw die namens de burgers van Duitsland in de plenaire zaal van het Europees Parlement het woord neemt is nerveus. Ze heeft het papier met haar tekst voor zich op tafel neergelegd en haar handen houdt ze strak achter de rug. Maar ze kan de woorden die ze wil uitspreken niet lezen. Als ze het papier oppakt, ziet iedereen in de zaal haar trillende handen.
Ze spreekt over het belang van meertalig onderwijs op de middelbare scholen en de waarde van het Erasmus-uitwisselingsprogramma voor studenten. De jeugd van Europa moet de kans krijgen om een Europese identiteit te ontwikkelen, is haar betoog. Na afloop krijgt ze applaus. Vanwege de inhoud van de bijdrage, maar ook voor haar moed om hier te spreken.
Je kan haar de nervositeit moeilijk kwalijk nemen. De grote zaal van het bombastische parlementscomplex in Straatsburg is gebouwd om te imponeren. Meer dan duizend stoelen staan er opgesteld in een halfronde cirkel. De ruimte loopt vrij steil naar beneden als een in Grieks amfitheater en je hebt bijkans een verrekijker nodig om vanaf de achterste rij het spreekgestoelte te zien.
Nieuwe inspiratie na corona
De retorisch geschoolde beroepspolitici die hier normaal het woord voeren zijn er vandaag niet. Voor twee dagen is het pand in de Frans-Duitse grensstad het domein van ‘gewone burgers’. Dit is de eerste van drie plenaire vergaderingen die samen de climax vormen van de ‘Conferentie over de Toekomst van Europa’. Een project dat een jaar geleden is opgezet door de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad. Het doel: na de horror van de coronapandemie een nieuwe impuls vinden voor het werk van de Europese Unie.
Maandenlang kwamen over het hele continent mensen bijeen. In grote massabijeenkomsten, zoals vorige maand in Maastricht, of kleine zaaltjes in Oost-Europese jongerencentra waar de delegatie uit Slowakije over vertelt. Het is een uniek experiment om burgers van over het hele continent bij de Europese politiek te betrekken.
De bijeenkomsten leverden honderden aanbevelingen op over thema’s als Europese waarden, democratie, onderwijs en cultuur, digitalisering, sociale rechtvaardigheid, gezondheid, migratie, klimaatverandering en de rol van de Europese Unie in de wereld.
De oorlog is vlakbij
Vooral dat laatste onderwerp trekt vandaag de aandacht. Want net als in de vergaderingen van de beroepspolitici de afgelopen dagen in deze zaal, is ook nu de oorlog in Oekraïne niet ver weg.
“Toen we hieraan begonnen, wilden we naar de toekomst kijken. Maar sindsdien bevindt een deel van Europa zich in het verleden”. Zegt Guy Verhofstadt als hij de vergadering oproept een minuut stilte in acht te nemen voor de slachtoffers van Poetins invasie. De Vlaamse politicus is een van de voorzitters van de Conferentie en hij constateert dat de oorlog in Oekraïne schokgolven trekt door het continent die niet zomaar zijn uitgedoofd: “De wereld is anders dan een paar weken geleden”.
Het gaat om Europa, niet om de Europese Unie
Ook de Nederlandse afgevaardigden voelen dat de toekomstconferentie plaatsvindt terwijl de wereld op een snijvlak in de geschiedenis staat. De 22-jarige Leverne Nijman zegt: “Het heet ‘De conferentie over de toekomst van Europa’. Niet ‘de toekomst van de Europese Unie”. Misschien, vult de Leah Corsmit (21) haar aan, is het toeval dat de naam zo is gekozen en ‘bekt’ het een gewoon beter dan het ander. Maar nu het oorlog is, geeft de naam de conferentie een andere politiek lading. Het gaat hier niet alleen om de Europese Unie, het gaat om de toekomst van het hele continent.
De twee studentes rechten en internationale betrekkingen zijn de officiële ‘nationale burgervertegenwoordiging’ van Nederland. Het duo, de een komt uit Zutphen en de ander uit buurstad Deventer (‘maar dat is toeval’), presenteert de uitkomsten van een representatief onderzoek dat het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft laten doen onder de Nederlandse burgers. Het 66-pagina’s dik rapport draagt de titel ‘Kijk op Europa’.
De jonge vrouwen zeggen het praktisch uit hun hoofd te kennen en het is hun de taak de bevindingen onder de aandacht van de conferentie te krijgen. Ze doen hun werk hier onafhankelijk. Namens de Nederlandse burgers en niet namens de overheid. Het is belangrijk dat burgers hier een keer spreken, volgens de rechtenstudente Nijman: “Het is voor politici anders als je de burgers in levenden lijve ziét in plaats van dat hun verhalen verstopt zitten in een stapel papier”.
De mening van Nederland
Zo is 70% van de Nederlanders voorstander van strengere bewaking van de buitengrenzen. Ook als dat betekent dat meer vluchtelingen naar onveilige gebieden worden teruggestuurd. Verder vinden Nederlanders volgens het onderzoek dat de Europese Unie bij de verdeling van vluchtelingen rekening zou moeten houden met de situatie op de arbeids- en woningmarkt van een lidstaat. Verder vindt 68% van de Nederlanders dat de Europese Unie een ‘leider’ moet zijn bij de aanpak van de klimaatverandering en zegt bijna 80% dat de Unie de rechtsstaat in Europa moet beschermen.
Actueel is dat 44% van de Nederlanders geen uitbreiding wil van de Europese Unie en slechts 25% er een duidelijke voorstander van is. Je krijgt de indruk dat ook premier Rutte de tekst ook uit het hoofd geleerd heeft als je hem hoort spreken over het eventuele lidmaatschap van Oekraïne en dat vergelijkt met wat er in het rapport staat over de voorwaarden waaraan eventuele EU-uitbreiding volgens de Nederlandse bevolking moet voldoen:
“En als er nieuwe landen bijkomen, moeten die ook echt aan onze voorwaarden kunnen voldoen. [..] Bovendien denken we dat er ook andere mogelijkheden zijn om als landen samen te werken aan veiligheid en stabiliteit. Zo maken we ons bijvoorbeeld zorgen over beïnvloeding van landen aan de oostgrens van de Europese Unie door Rusland. Het is belangrijk dat de Europese Unie daar aandacht voor heeft”.
Conclusies nu al achterhaald?
In de vergadering over ‘Europa in de wereld’ staan een stuk of dertig burgers en politici in een van de vele commissiezalen lang stil bij de vraag of al het werk wel nut gehad heeft. Kunnen nu het oorlog is en ook Verhofstadt zegt dat de wereld is veranderd, de conclusies niet beter de prullenbak in?
De één zegt dat amenderen van de teksten waar de afgelopen maanden aan is gewerkt nu op het laatste moment onmogelijk is. Een ander, een lid van het Europees Parlement, meent van wel. Hij ziet de mening van de burgers immers vooral als een input voor de belangenafweging die uiteindelijk door hem en zijn collega’s gemaakt moet worden.
De voorzitter had er 10 minuten aan willen besteden, maar de gedachtewisseling duurt bijna een uur. Een conclusie is er niet.