De minister van Buitenlandse Zaken wenste op 4 maart de Kamerleden – die nu drie maanden in functie zijn – per brief veel succes. Ze biedt hen ook informatie aan: haar ambtenaren komen graag ‘technische briefings’ geven aan de woordvoerders Europese Zaken. Bijvoorbeeld over de werking van de EU-instellingen en besluitvorming.
Het aanbod lijkt bijna cynisch – die kennis mag je van onze volksvertegenwoordigers toch wel verwachten? Anders dan van de 50 procent van de Nederlanders die melden niet te weten hoe de EU werkt. Hoe gaan onze vertegenwoordigers om met deze kloof in begrip? En waarom veroorzaakt de toegang tot een ogenschijnlijk eenvoudig ‘Delegates portal’ nu zoveel opschudding in Brussel?
Basiskennis
Bestaat de eurozone uit twintig landen? Is Zwitserland lid van de EU? Die twee vragen, gesteld in de EU-wijde enquête Eurobarometer, zijn misschien meer trivia. Ook de basiskennis staat er niet goed voor: slechts 44 procent van de Nederlanders weet dat we de leden van het Europees Parlement rechtstreeks kiezen. Daarmee scoort ons land het laagst van alle Europese lidstaten. Zelfs kandidaat-landen Servië, Noord-Macedonië en Bosnië-Herzegovina doen het beter.
Er is dus werk aan de winkel voor de volgende stembusgang, op 6 juni. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, concludeerde Elske van den Hoogen in haar proefschrift. Hieruit kwam naar voren dat het aanbieden van meer informatie nauwelijks effect heeft op de mening van respondenten over de EU.
Stille krachten
Hoe dan ook: onze Kamerleden hebben gelukkig veel informatiebronnen tot hun beschikking, waaronder natuurlijk Brusselse Nieuwe. En een EU-adviesteam met ambtelijk specialisten, die voor elk debat een notitie schrijven. Ook is er de parlementaire vertegenwoordiging in Brussel, voor de contacten met de Europarlementariërs en met andere nationale parlementen.
Parlementair liaison Jeannette Mak is één van deze ‘Stille krachten van Brussel’. Zij werd geportretteerd in het boek van onze hoofdredacteur Bert van Slooten en EU-correspondent Tijn Sadée, dat deze week uitkwam. Verplicht leesvoer dus, voor de hele Tweede Kamer.
Onrust
Kamerleden kunnen ook informatie uit EU-onderhandelingen opzoeken. De website van de Raad van Ministers heeft een besloten gedeelte; een “one-stop shop voor onder meer Rijksambtenaren”, staat er op de regeringswebsite. Brieven aan de Kamer moeten altijd het dossiernummer uit dit zogeheten ‘Delegates portal’ vermelden – dat vergeten ministers trouwens nog wel eens.
Over dat portal is in Brussel onrust ontstaan, nu nationale parlementen misschien bepaalde informatie niet meer mogen inzien. Dat meldde het Raadssecretariaat vorig jaar, die het beheert. De Kamerleden kregen er in oktober al een notitie over van hun griffier.
De minister zegde toe erin te duiken en antwoordde in januari dat het kabinet de zorgen van de Kamer deelt. Samen met de Folketing [het Deense parlement, Red.] was de Tweede Kamer initiatiefnemer van een brief van een groot aantal parlementen op 9 februari aan de Raad.
De Kamerleden zullen de toegang tot de Delegates portal ook bespreken met hun collega’s op de conferentie van nationale parlementen, die maandag in Brussel begint. Dat levert vast nieuwe inzichten en informatie op voor de ‘strategische procedurevergadering’ van de commissie Europese Zaken op 28 maart.