Post uit Brussel: Geen controversiële uitbouw

Nog maar kort geleden besloten de lidstaten in EU-verband op dringend verzoek van overheden, maatschappelijke organisatie en bedrijven tot stapels wetgeving over de groene en digitale transitie. Nu de EU geopolitiek in het nauw zit, en de impact van de gloednieuwe regels gaat knellen, wil een deel van het bedrijfsleven daar alweer van af.  Toch valt een door de Tweede Kamer aangenomen motie voor deregulering van, bijvoorbeeld, de gloednieuwe AI-verordening niet overal in goede aarde. Juist voor het zeker stellen van digitale onafhankelijkheid zijn overheden – op élk niveau – aan zet.

3 min. leestijd

Thorbecke was de grote man achter de grondwetsherziening van 1848 en ontwierp de Provincie- en Gemeentewet. Daarmee werd het fundament gelegd voor onze bestuurlijke inrichting van drie verdiepingen: Rijk, provincies en gemeenten – het ‘Huis van Thorbecke’. De metafoor is aantrekkelijk, maar achterhaald. Thorbecke kon niet bevroeden dat gezamenlijk opererende natiestaten ooit bindende wetgeving zouden maken op Europees niveau.

Alle drie de verdiepingen van Thorbecke’s huis hebben daarvoor inmiddels een doorgang naar de uitbouw in de tuin die boven 27 buurhuizen uittorent: de Europese Unie. Als het Rijk, gemeenten en provincies ‘interbestuurlijk’ vergaderen (bedoeld wordt: met alle drie de lagen), gaat het niet zelden over thema’s die spelen in die Europese Unie. Eén van die thema’s is digitalisering. Naast duurzaamheid dé grote transitie. Voor de Haagse Hogeschool vroeg ik een Jean Monnet Leerstoel aan met als focus de concrete voorbeelden en dilemma’s uit het digitale decennium.

Op pauze

Toch is de transitie wel van koers veranderd. Aanvankelijk bestond de Europese ambitie uit regulering van cyberveiligheid, AI en platforms. Tegenwoordig draait het om digitale soevereiniteit van het continent. Worden de verworvenheden van de eerste transitie, de Green Deal, ontmanteld, doordat de afgeronde wetgeving rauw op het dak valt – als het gaat om online is er een roep om meer Europese wetgeving. Bijvoorbeeld tegen verslavend ontwerp van social media en apparaten. Daarom haalde het werkveld opgelucht adem toen de Tweede Kamerleden deze week geen van de digitale regels ‘controversieel’ verklaarden. Daar kunnen Kamer en kabinet, demissionair of niet, mee verder.

Ook het digitale domein is niet immuun voor de trend van deregulering. In de Tweede Kamer is vorige maand een motie van de VVD en de BBB aangenomen, om “waar relevant te pleiten voor implementatiepauzes, en hierbij expliciet aandacht te besteden aan de Al verordening”. Opmerkelijk snel nadat ’s werelds eerste wet over kunstmatige intelligentie juichend werd onthaald. Het is zonneklaar dat minder interne focus op ‘compliance’ bedrijven, ondernemers helpt om concurrerender te zijn (hun concurrenten in India en China hebben deze regeltjes niet). Maar voor het ‘hoe’ we die nieuwe wetgeving gaan realiseren, door een goed ondernemersklimaat, is het hele huis van Thorbecke aan zet. Of, zoals deze week in een seminar over Europa en de nationale digitaliseringsstrategie werd opgemerkt: “er is geen bestuurder die hier onbekwaam op mag zijn.”

Onbewust onbekwaam

Die nationale digitaliseringsstrategie, waar het hele huis van Thorbecke de afgelopen maanden eensgezind aan werkte, maar die in het zicht van de ministerraad strandde door de kabinetsval, komt voor de zomer nog naar Kamer. Dankzij de brede steun van de fracties van een verzoek van PVV-Kamerlid Jan Valize.

Geen bestuurder die onbewust onbekwaam mag zijn over wat er allemaal gebeurt – dat geldt voor data, maar dat zeggen wij juist vaak over Europese zaken. Immers, ook de doorgang vanuit het Huis van Thorbecke naar die Europese uitbouw wordt juist door digitale ontwikkelingen steeds breder. Standaardisering, harmonisatie, interoperabiliteit, energiebeleid, aanbestedingseisen – Europese wetgeving kan dienen als hefboom om dit te realiseren. Sterker nog: Europese afspraken dwingen het kabinet niet zelden om lange-termijn beleid te maken, waar ondernemers om staan te springen.