Brusselse post: minister van Europese Zaken

3 min. leestijd

Het stond er klip en klaar, in de documenten die een Volkskrant-lezer in de trein vond: CDA en VVD staan open voor een minister voor Europese Zaken. Dat is om 2 redenen nieuws met een grote N, volgens columnist Mendeltje van Keulen.

In de eerste plaats komt de huidige premier groots terug op de forse inperking van het aantal kabinetsleden tijdens zijn kabinetten. Een mislukt experiment, dat louter frustratie en werkdruk opleverde. Niet alleen werd het plannen van debatten in het parlement een heel stuk lastiger; het kleine kabinet wekte ook wrevel bij Europese gesprekspartners.

De minister van Economische Zaken wordt bijvoorbeeld in persoon verwacht in meerdere vergaderingen van de Raad: bij concurrentievermogen, interne markt, energie, post, telecom en klimaat. Met de overladen binnenlandse portefeuille (aardbevingen, gasprijzen, Coronasteun) en de vele Kamerdebatten op deze thema’s, is het geen wonder dat de Nederlands ambassadeur in Brussel steeds vaker plaats nam in de stoel achter het bordje ‘Nederland’.

Experiment

Ten tweede is deze kabinetspost lang onbezet geweest. Een staatssecretaris van Europese Zaken werd na een lange reeks bewindspersonen in 2006 afgeschaft na de mislukte maatschappelijke discussie over Europa na het referendum, waarbij een meerderheid van de kiezers de Grondwet afwees. Europa werd buitenland.

Maar in het eerste kabinet Rutte was er toch een portefeuille Europese Zaken, bekleed door de huidige ‘M’, Minister Ben Knapen. Hij moest er tussen 2010 en 2012 trouwens ook ontwikkelingssamenwerking bij doen. Voorwaar een reisagenda. Het experiment werd niet meer herhaald en de afgelopen tien jaar was Europa een onderdeel van de buitenlandportefeuille.

Dubbele pet

Het aanstellen van een speciale bewindspersoon voor Europese Zaken in Rutte IV kan de mogelijkheid bieden voor een nieuwe Nederlandse EU-agenda. Bijvoorbeeld door veel meer bilaterale bezoeken te brengen aan de 26 andere hoofdsteden, voor coalitievorming. De minister van Buitenlandse Zaken gaf de voorkeur aan vergaderingen met zijn Europese collega’s in de raad Buitenlandse Zaken, waar alle Benelux ministers trouwens een dubbele pet hebben.

Maar een speciale EU-bewindspersoon kan volop meedraaien in een eigen circuit: de Raad Algemene Zaken die de steeds vaker voorkomende Europese toppen voorbereidt. Net als zijn collega-ministers met een speciale Europese taak in de kabinetten van Griekenland, Spanje, Ierland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Litouwen.

Ook in de ministerraad wordt het Europese perspectief door een aparte bewindspersoon structureel verwoord. En de commissies Europese Zaken van beide Kamers krijgen een eigen gesprekspartner in de vele Kamerdebatten over Europese Zaken.

Uitbesteden

Elk voordeel heeft zijn nadeel. Zoals in elke organisatie waar Europa is belegd bij een speciale afdeling is het risico van een staatssecretaris, ofwel een “R” op Europese Zaken, dat die een magneetwerking heeft. Ministeries die nog niet zoveel Brusselse ervaring hebben, kunnen het reizen wellicht vaker uitbesteden in plaats dat de Europese dimensie een integraal onderdeel vormt van bijvoorbeeld wetenschaps- of werkgelegenheid-beleid.

Waarschijnlijker nog is dat een nieuwe bewindspersoon niet alleen lopende dossiers zal behandelen, maar ook een eigen politieke agenda wil uitventen. Welke dat gaat zijn, zal afhankelijk zijn van de kleur van de politicus en de Europese inhoud in het regeerakkoord. Dat de onderhandelende partijen soms radicaal verschillend denken over de precieze invulling van Europese afspraken over migratie; werkgelegenheid en sociale pijler, is de reden dat Europa vaak angstvallig wordt vermeden in beschouwende gesprekken en artikelen over de formatie. “Wat doen we eerst: wonen of Europa? Alsjeblieft, eerst wonen! Dat raakt zoveel mensen.”

Mendeltje van Keulen is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenop de stapel.