De Nederlandse groente-, en fruit-export loopt flink wat schade op door de oorlog in Oekraïne en exportsancties tegen Rusland en Wit-Rusland. Vooral perenkwekers die hun producten in die landen verkopen zien om hun omzet kelderen. “We exporteren voor 30 miljoen euro per jaar aan groente en fruit naar Oekraïne”, zegt een woordvoerder van GroentenFruit Huis, de belangenorganisatie voor groente-, en fruit handelaren en telers. Dat is sinds deze week niet meer mogelijk, omdat vrachtauto’s met verswaar vanwege de gevaarlijke situatie het land niet meer in kunnen.
Groente-, en fruit-exporteurs hebben sinds 2014 al te maken met exportbeperkingen. Nadat Rusland de Krim had geannexeerd en Europa daar een sanctiepakket tegenover stelde, besloten de Russen als tegenreactie geen groente en fruit uit Nederland meer te importeren. Ook voor Wit-Rusland geldt sinds 1 januari van dit jaar een soortgelijke exportbelemmeringen als voor Rusland. Ook zij importeren vanwege de sancties geen Nederlandse groenten en fruit meer. In het geval van Rusland is daar nu een belangrijke nuance bijgekomen: zogenaamde ‘doorvoerhandel’ is sinds kort verboden. “Dat mocht vanaf 2014 nog wel”, legt GroentenFruit Huis uit. “Producten die in Nederland binnenkwamen, zoals avocado’s, bananen en mango’s werden naar Rusland vervoerd. Dat ligt nu ook stil, omdat de transportlijn veel te gevaarlijk en onzeker is.”
2.3 miljoen kilo
De situatie in Oekraïne treft vooral perenkwekers, net als de handelsbeperkingen met Rusland dat in het verleden deden. ‘De pijn werd toen vooral gevoeld door perenkwekers en dat zal nu niet anders zijn’, schrijft RTV Utrecht. In het geval van Oekraïne heeft dat dus niet te maken met sanctiepakketten, maar met transportauto’s die de grens niet meer over kunnen. Dat bevestigt GroenteFruit Huis: “Naar Oekraïne gingen vooral peren, maar liefst 2.3 miljoen kilo per jaar.”
Dat wordt bij de telers zelf direct gevoeld. Een teler uit de provincie Utrecht die graag anoniem wil blijven, ziet zijn perenomzet dalen: “Oost-Europese landen nemen over het algemeen ‘categorie 2 peren’ af. Die peren hebben beschadigingen op de schil, of de vorm wijkt wat af. Dat doen ze puur vanwege de prijs, omdat het goedkoper is. Die raken we nu minder goed kwijt.” Dat ziet de teler direct terug in zijn omzet: “Alles heeft z’n kostprijs. Daar zaten we eerst wat boven, een week of vier á vijf geleden. En we zakken nu door naar onder de kostprijs. Dus we maken verlies op het exporteren van de peren.”
De oorlog in Oekraïne betekent dat er direct een afzetmarkt van 44 miljoen mensen wegvalt. De Utrechtse teler legt uit: “Mensen staan nu te wachten op vrachtwagens die die kant op rijden.” Maar die vrachtwagens, die rijden niet. “Ik ben één van de gelukkigen die niet zoveel naar Oekraïne exporteert”, zegt de teler. “Maar het heeft zeker zijn invloed.”
Compensatie
Zeker ook omdat er in het verleden geen compensatie heeft plaatsgevonden voor telers als de Utrechtse. Dat gebeurde niet in de nasleep van de Russische boycot in 2014, legt hij uit, en ook niet recentelijk nadat Belarus besloot te stoppen met importeren.
Over deze kwestie wordt vanmiddag gedebatteerd in de Europarlementscommissie Landbouw. Namens de VVD is Jan Huitema aanwezig. Hij is niet direct voor compensatie van de telers, maar wil wel graag inventariseren hoe ze geholpen kunnen worden. “Natuurlijk is er aandacht voor”, zegt Huitema. “Voor mij is het belangrijk om eerste met de telers zelf in gesprek te gaan. Wat is nou de impact, wat hebben jullie nodig en waar kunnen we helpen? Dat kan ik vanachter mijn bureau ook niet bedenken.”
“Ik ben zelf altijd wat terughoudender in direct compenseren”, zegt Huitema. “Er zijn heel veel ondernemers die getroffen zijn, dus we moeten het eerst goed in beeld brengen. Ik denk dat compensatie pas het laatste middel is. Ik ben ik heel benieuwd hoe we op andere manieren kunnen helpen.”
Schreijer-Pierik
Ook CDA’er Annie Schreijer-Pierik heeft aan de Landbouwcommissievergadering in het Europees Parlement deelgenomen. Schreijer Pierik vindt wel dat er snel compensatie voor de getroffen sectoren moet komen: “De uitvoer van groente en fruit naar het Oekraïense territorium ligt vrijwel geheel stil. Er moeten daarom zo snel mogelijk nationale en Europese steunmaatregelen komen voor de getroffen land- en tuinbouwsectoren. Zo kunnen voorraden aangelegd worden voor humanitaire noodhulp, en blijft de toegang van Nederlandse en Europese burgers tot betaalbaar voedsel gegarandeerd.”
Dat laatste zegt Schreijer-Pierik met het hoog op een mogelijke voedselcrisis in Oekraïne. “Wij waarschuwen er als landbouwpolitici voor dat de voedselzekerheid van miljoenen wordt bedreigd,” zegt ze. “We roepen de Europese Commissie en lidstaten op stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat onze voedselproductiesystemen veerkrachtig blijven. Zo kunnen we noodvoedselvoorraden verstrekken aan mensen in nood.”
Daarnaast is er ook financiële compensatie nodig voor Europese burgers die hun voedsel duurder zien worden, zegt Schreijer-Pierik. “We moeten gemeenschappen bijstaan tegen de zeer ernstige prijsinflatie van de afgelopen uren en dagen.”