Het is het nieuws van de week. Voormalig CDA-kopstuk Pieter Omtzigt begint een eigen partij: Nieuw Sociaal Contract. De stap maakt behoorlijk wat tongen los. De vraag is nu waar de partij voor staat, wie er op de lijst komt en hoeveel zetels de partij gaat winnen.
De peilingen zien er voor Omtzigt in ieder geval goed uit. En hoewel we nog niets weten over mogelijke kandidaten, is er wel al een soort partijprogramma. Taak voor Brusselse Nieuwe natuurlijk om te kijken naar wat Omtzigt te zeggen heeft over Europa.
Een betere unie
De Europese Unie is cruciaal, maar moet pas op de plaats maken, vindt Omtzigt. Nederland kan niet zonder internationale samenwerking, is te lezen in het beleidsdocument. “Nederland is een klein land en samenwerken met andere landen is soms hard nodig om doelen te bereiken. Ik denk hierbij aan internationale vrede en veiligheid, de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit of migratie.” Toch betekent dit niet dat men altijd naar méér EU moet streven. Sterker nog, er mag wel het een en ander veranderen van Omtzigt.
“De Europese Unie moet een aantal acute problemen onder ogen zien”, legt hij uit. Zo vindt hij dat de monetaire unie niet voldoende functioneert. Ook is het gezamenlijk aangaan van schulden en het opkopen van staatsobligaties door de Europese Centrale Bank volgens Omtzigt ongewenst. De muntunie moet zich niet ontwikkelen in de richting van een Zuid-Europese munt met hoge schulden, hoge inflatie en lage groei. Het moet weer functioneren zoals oorspronkelijk bedoeld, naar Duits model met strikte regels over inflatie en schuld, zegt Omtzigt.
Overdracht
Ook het overdragen van nationale bevoegdheden naar Europa moet volgens Omtzigt stoppen. “De sluipende of minder sluipende overdracht van bevoegdheden lijkt nu aanvaard te worden als een
natuurwet. Dat is het natuurlijk niet”, vindt hij. Hij wil dat Nederland vaker kiest voor een opt-out, zoals het Verenigd Koninkrijk vroeger deed en wat Denemarken vandaag nog wel eens doet. Daarbij staat een land bepaald beleid in de EU toe, maar onderhandelt het over een uitzonderingspositie voor zichzelf.
Als klein land is dat niet altijd even makkelijk. Daarom stelt Omtzigt voor om meer samen te werken met bijvoorbeeld de Hanzeliga. Dat zijn landen uit de Benelux, Scandinavië, de Baltische staten maar ook Ierland. “Alleen zal Nederland relatief weinig voor elkaar krijgen”, constateert Omtzigt. De belangen van die landen en Nederland komen vaker met elkaar overeen dan bijvoorbeeld die van Nederland en Frankrijk, zegt hij.
Transparantie
En dan is er de ondoorzichtigheid van wetgevingsprocessen. Hij wil dat de Tweede Kamer meer zicht krijgt op wat er in Brussel gebeurt. Op dit moment wordt de Kamer te laat ingelicht door de regering, zegt hij. Hij wil dat de Kamer in het beginstadium over het Europese wetgevingsproces geïnformeerd wordt. Zo kan de Kamer al vroeg invloed uitoefenen. Niet pas wanneer de eerste deals tussen landen al gemaakt zijn. Daarnaast moet het in Brussel ook gewoon transparanter. Zo wil hij dat documenten uit vergaderingen met EU-landen openbaar worden.