Met de Green Deal en de REPowerEU is de EU een koploper in de wereldwijde energietransitie. Die transitie is niet alleen belangrijk met het oog op het milieu, maar ook vanuit een sociaal perspectief. Iedereen moet toegang krijgen tot betaalbare energie.
Vorig jaar stond de EU, samen met China, bovenaan op het gebied van de uitrol van hernieuwbare energie, gevolgd door de VS. 22 procent van de elektriciteitsproductie in de EU bestond uit wind- en zonne-energie. Hierdoor werd aardgas voor het eerst ingehaald als belangrijkste energiebron.
Met de neus op de feiten
Europa is een leider op het gebied van hernieuwbare energie. Maar het is niet zo sterk wat betreft de productie van schone technologieën, of ‘nettonultechnologieën’. Daarom moeten we in de EU een sterke industriële basis in deze snelgroeiende sector bemachtigen. Dat is een topprioriteit. Ook moeten we uitzoeken hoe we onze strategische autonomie kunnen garanderen, zelfredzaam kunnen worden, zonder nieuwe afhankelijkheden te maken.
In dit debat is er één factor die vaak wordt verwaarloosd: het belang van menselijk kapitaal. Een rapport dat onlangs door de Europese Commissie is gepubliceerd, drukt ons met de neus op de feiten. De EU zal 3,5 miljoen nieuwe hoogwaardige banen in de hernieuwbare-energiesector moeten creëren om haar doelstellingen te halen. Dit wil zeggen meer dan een verdubbeling van het huidige personeelsbestand in de sector!
Tekorten aan vakkrachten
In 2021 bedroeg de werkgelegenheid in de hernieuwbare-energiesector van de EU 1,5 miljoen. Dat betekent een groei van 12 procent ten opzichte van 2020, die de werkgelegenheidsgroei in de gehele economie overtrof. Het aantal openstaande vacatures in de schone-energieproductie is tussen 2019 en 2023 verdubbeld. Hierdoor ontstonden aanzienlijke tekorten aan vakkrachten.
De energie- en industriesector behoren tot de sectoren met de grootste opleidingsbehoeften wat betreft technische en beroepsspecifieke vaardigheden. En meer dan de helft van de beroepsbevolking heeft behoefte aan bijscholing. Er moet iets worden gedaan om deze trend om te keren.
In mei 2023 luidde de EU het Europees Jaar van de Vaardigheden in. Dit initiatief wil een cultuur van ‘blijven leren’ creëren en de ontwikkeling van skills op in de hele EU bevorderen.
Omscholing
In het kader van het pact voor vaardigheden van de EU hebben we verschillende publiek-private partnerschappen opgezet. Dit om onze beroepsbevolking bij en om te scholen, voornamelijk op digitaal, groen en technisch gebied. Deze partnerschappen brengen onder andere werkgevers, vakbonden en regionale overheden samen.
In samenwerking met elkaar gaan zij na welke vaardigheden er in verschillende sectoren van de economie nodig zijn. Ook doen zij toezeggingen om opleidingen aan te bieden. Tot dusver telt het pact meer dan 1500 leden en zijn 18 grootschalige partnerschappen opgezet. De leden van het pact hebben tot dusver ongeveer 160 miljoen euro geïnvesteerd in opleidingen. Al 2 miljoen mensen hebben hiervan geprofiteerd.
EU-financiering speelt een centrale rol in de Europese revolutie op het gebied van vaardigheden. De EU financiert ongeveer 65 miljard euro voor investeringen in programma’s die de ontwikkeling van vaardigheden ondersteunen. De nationale energie- en klimaatplannen zijn ook een nuttig instrument voor de lidstaten om energiegerelateerde vaardigheden te plannen.
Concurrentie
Eerder dit jaar stelde de Europese Commissie het industrieel plan voor de Green Deal voor. En hieruit voortvloeiend de verordening voor een nettonulindustrie. Beide plannen vergroten het concurrentievermogen van de EU. Ze zorgen dat het verlenen van vergunningen sneller gaat en de toegang tot financiering makkelijker wordt. Ook verbetert de ontwikkeling van vaardigheden in de EU.
In 2022 richtten de Europese batterijenallianties een academie op. Die coördineert de omscholing al op Europees niveau en biedt hoogwaardige opleidingen in alle lidstaten. Dit alles om te voldoen aan de vraag naar de ongeveer 800.000 geschoolde werknemers die in deze groeiende sector nodig zijn.
Meer vrouwen
Bij de om- en bijscholing moet er vooral op gelet worden dat er in deze sectoren meer vrouwen worden opgeleid. De energiesector van de EU kampt met een hardnekkige kloof tussen mannen en vrouwen. In 2022 bestond slechts 26,6 procent van de beroepsbevolking in de elektriciteits-, gas-, stoom- en airconditioningsvoorziening uit vrouwen.
Investeringen in de vaardigheden van de beroepsbevolking moeten zich toespitsen op het vergroten van het aantal vrouwen in deze nieuwe sector. Schoolcampagnes kunnen bijvoorbeeld meisjes motiveren om voor exacte vakken te kiezen.
Unieke kans
De transitie naar schone energie biedt een unieke kans om hoogwaardige banen te creëren. Als we die vruchten willen plukken voor onze werknemers, moeten we volop in mensen investeren. Daarom moeten de EU-lidstaten nu toekomstgericht denken.
Europa moet in de komende jaren over voldoende wetenschappers, ingenieurs, installateurs en alle andere geschoolde werknemers beschikken. Want die zijn nodig om Europa’s toekomst op het gebied van schone energie op te bouwen.
Van gas uit Groningen tot de klimaatplannen van Wopke Hoekstra: elke vrijdag ontvang je een overzicht van de ontwikkelingen. Abonneer je op de nieuwsbrief Klimaat & Energie.