Nadat de onderhandelingen over een vrouwenquotum jarenlang werden geblokkeerd door de lidstaten, waaronder Nederland, is er een doorbraak over een Europees quotum voor vrouwen in de top van bedrijven. Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) heeft als hoofdonderhandelaar de laatste plooien in de wettekst gladgestreken. Als het aan Brussel ligt, moet elke bedrijfstop voor minstens 40% uit vrouwen bestaan.
Meer vrouwen in top grote bedrijven
Volgens het Europees Instituut voor gendergelijkheid was in 2021 slechts 30,6% van de bestuursleden in de Europese Unie vrouw. “De gelijkheid tussen man en vrouw in het bedrijfsleven is dus allesbehalve vanzelfsprekend”, stelt Wolters. “Een divers bestuur is goed voor het versterken en verbeteren van een bedrijf. Met dit Europese quotum kunnen we gelijkheid en diversiteit op de werkvloer een duw in de goede richting geven.”
Tijd voor verandering dus en daarom werkte het Europees Parlement aan een voorstel om de gelijke vertegenwoordiging van man en vrouw in de bedrijfstop te verbeteren. Dat deed het Europees Parlement samen met de Europese Commissie en de Europese Raad in een zogeheten triloog, een informeel overleg tussen de drie Europese instellingen. “Na lang tegenstribbelen door onder meer Nederland, zetten we eindelijk bindende middelen in voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen”.
Met de nieuwe wet worden lidstaten aangespoord om te garanderen dat bedrijven – wanneer twee gelijkwaardig gekwalificeerde kandidaten in aanmerking komen voor een bestuurlijke positie – kiezen voor degene met het minst vertegenwoordigde geslacht.
Wolters benadrukt dat de meeste landen het eens zijn over een de regeling, maar dat die meerderheid niet overduidelijk is. Polen en Zweden zijn bijvoorbeeld grote tegenstanders van de plannen en ook Business Europe, een organisatie die Europese bedrijven vertegenwoordigt, heeft sterke twijfels bij het instellen van vrouwenquota in bedrijfstoppen. Dit zou niet het gewenste resultaat hebben en aan de kwestie voorbijgaan: sociale, culturele en educatieve redenen zouden aan de grondslag liggen van het lage aantal vrouwen in hoge bedrijfsfuncties, zo klinkt het.
