Oorlog maakt Europese leiders populair bij de kiezer

5 min. leestijd
Scene Of People Queuing In Line To Cast Their Vote During The Day At The Hague City In South Holland The Netherlands Europe

Wat hebben gemeenten met Europa te maken? Waarom slaagt de ene gemeente er wel in om subsidie uit Brussel te krijgen, terwijl de andere met lege handen blijft staan? En speelt Europa een rol bij de stembusgang volgende week? Aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen belicht Brusselse Nieuwe elke dag een Europees aspect van de relatie tussen gemeenten en Europa.

De invloed van de landelijke politiek op de gemeenteraadsverkiezingen is groot. Lokale partijen zijn weliswaar populairder dan ooit, maar veel kiezers baseren hun stemkeuze op landelijke politieke thema’s. De oorlog in Oekraïne houdt politiek Den Haag nu bezig en zorgt voor verschuivingen in de zetelpeilingen. Dat gebeurt niet alleen in Nederland: in heel Europa is het effect van de Russische invasie op de populariteit van nationale leiders merkbaar, zo laat een dagelijkse peiling van Politico zien.

De oorlogsbonus

Een paar cijfers van het EenVandaag Opiniepanel op een rij: bijna de helft van de kiezers overweegt tijdens de gemeenteraadsverkiezingen een stem op een lokale partij (47%) uit te brengen. 82% van de CDA’ers denkt dat het slechte imago van de landelijke partij een negatieve invloed heeft op de uitslag bij de gemeenteraadsverkiezingen. De landelijke politiek speelt voor 51% van de kiezers een grote rol in de lokale stemkeuze.

Kortom: hoe beter het gaat met een landelijke partij, hoe groter de kans dat een lokale afdeling van die partij het ook goed doet. Daarom loont het om voor een goede voorspelling van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen er ook landelijke peilingen op na te slaan. Sinds februari is de VVD in een peiling van Maurice de Hond bijvoorbeeld van 22 zetels (medio februari) naar 27 zetels (medio maart) geklommen. De Russische inval in Oekraïne begon op 24 februari, en sindsdien zijn ook de overige coalitiepartijen er in de peilingen op vooruit gegaan. De ‘Politieke Barometer’ van Ipsos presenteert andere cijfers, maar ook winst voor de VVD: waar de partij eind januari nog op 30 zetels stond, zouden ze er nu virtueel 32 hebben. En dat heeft volgens zowel Ipsos als De Hond te maken met de oorlog in Oekraïne. Aan de andere kant van de medaille gaat er wat vanaf: zo verliest het pro-Russische Forum voor Democratie twee zetels in de peiling van Ipsos. 

Verkiezingen in Europa

Dat is een effect dat ook elders in Europa zichtbaar is. Vooral in Frankrijk, waar in april landelijke verkiezingen op de planning staan. Waar Macron voor 24 februari kon rekenen op 25 procent van de stemmen, is dat nu opgelopen naar maar liefst 30 procent. En de pro-Poetin kandidaat Eric Zemmour verliest in de peilingen sinds die tijd juist: zijn geschatte percentage stemmen zakt van 15 procent naar 13 procent. Op die andere pro-Poetin kandidaat lijkt de oorlog dan weer minder invloed te hebben: Marine Le Pen blijft op 17 procent van de stemmen staan. Interessant is dat de stemmers die bij Zemmour weglopen niet naar haar lijken te gaan. Pikant detail: Le Pen moest miljoenen folders laten vernietigen omdat daar een foto van haar met Poetin in stond.

Hetzelfde geldt voor Hongarije, waar ook in april verkiezingen worden gehouden, hoewel het onduidelijk is wat de inval in Oekraïne voor rol speelt. Reuters meldt dat de populariteit van Victor Orbán sinds december gelijk gebleven is, terwijl de oppositie wat aan terrein verloren heeft. Dat betekent dat Orbán uitloopt in de zetelpeilingen. Reuters verbindt daar geen conclusies, omdat de peiling is uitgevoerd tussen 22 en 26 februari, deels nog voor de oorlog. Bovendien zijn peilingen in Hongarije niet altijd even berouwbaar.

Slovenië is een uitzondering op de regel. Daar verliest de Sloveense Democratische Partij van president Jazes Janša al sinds november terrein, en de oorlog in Oekraïne stopt die vrije val niet. Dat komt voor een groot deel door de razendsnelle opkomst van de ‘Freedom Movement’, een partij die industriële vooruitgang wil combineren met klimaatbeleid. Ze doen pas sinds half december mee in de peilingen, maar hebben momentum: begin maart stonden ze op 22 procent van de stemmen, slechts twee procent minder dan de partij van Janša (24 procent).

Verkiezingsloze landen

In landen waar geen verkiezingen aanstaande zijn is ook een effect zichtbaar, zij het wat minder groot. De Conservatieve Partij in Groot-Brittannië boekt sinds de Russische inval in Oekraïne een minimale winst. Maar, zo schrijft The Guardian, ze moesten ook wel van heel ver komen. De krant laat weten dat ruim de helft van de kiezers nog steeds graag ziet dat premier Johnson vertrekt, maar dat percentage (53 procent) is 10 punten lager dan in een peiling in januari.

In Duitsland voltrekt zich een opmars van de SPD – ook al de winnaars van de verkiezingen van vorig jaar september – volgens hetzelfde patroon. Sinds de Russische inval klimmen ze een paar procenten ten opzichte van de periode daarvoor. En ook de Duitse bondskanselier Scholz is populairder geworden.

En zo past de opmars van Ruttes VVD binnen een trend: Europese leiders worden populairder in tijden van crisis. Net als de coronacrisis zorgde voor een populariteitsimpuls voor de Nederlandse minister-president, lijkt de oorlog in Oekraïne dat in mindere mate ook te doen. En omdat Nederlandse stemmers in ruim de helft van de gevallen hun stemkeuze voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen op de landelijke politiek baseren, kan de oorlog in Oekraïne zomaar eens van flinke invloed zijn op het verkiezingsresultaat.