‘Ook jonge ouders kunnen de politiek in’ Rinzema toch naar Brussel

2 min. leestijd

Zwanger en kandidaat. Dat was de slogan waarmee Catharina Rinzema in 2019 campagne voerde voor de Europese parlementsverkiezingen. Rinzema (36) stond op de zesde plek van de VVD-lijst, maar viel ondanks 15 duizend voorkeurstemmen net buiten de boot. Nu maakt ze alsnog haar opwachting Brussel als opvolger van de tot minister benoemde Liesje Schreinemacher.

Haar aanstaande moederschap maakte ze in 2019 bewust tot een centraal onderdeel van haar campagne. Het was een statement waarmee ze als jonge vrouw duidelijk wilde maken dat het willen stichten van een gezin en het najagen van een carrière in de politiek elkaar niet hoeven uit te sluiten.

Dromen najagen

Nu, bijna drie jaar later, vertelt Rinzema dat het moment gekomen is om haar politieke boodschap van toen om te zetten in de praktijk. Ze rondt haar werkzaamheden bij ABN-AMRO af en treedt zo spoedig mogelijk toe tot het Europees Parlement.

“Dit wordt het moment om het te gaan doen. Om te laten zien dat je je dromen kan najagen en tegelijkertijd een jonge vader of moeder kan zijn”, zegt Rinzema. Adviezen en tips om alle ballen in de lucht te houden zijn welkom.

Rinzema neemt inhoudelijk de portefeuille van Schreinemacher over. Ze gaat zich onder meer bezighouden met internationale handel, de nieuwe regelgeving voor digitale markten en wetgeving over wat wel en niet mag met kunstmatige intelligentie.

Brussel begrijpen

Daarnaast wil ze in de ruim twee jaar die haar nog rest tot de volgende verkiezingen een lans breken voor het ‘begrijpelijker maken van Brussel’. Het is cruciaal dat politici beter uitleggen waarom het belangrijk is wat er op de Europese toppen en in het Europees Parlement gebeurt. “Er zit een grote stap tussen de wereld van de politiek en die van de burgers”, zegt Rinzema. 

Europese politiek gaat over moeilijke materie en wetten die achter gesloten deuren tot stand komen, merkt ze op. “Brussel is en voelt ver weg voor veel mensen. We moeten de kiezer laten zien wat het op de lange termijn voor hen betekent, wat wij besluiten”.

In een vorig leven werkte Rinzema voor de Stichting Lezen en Schrijven. Ze zag in Ierland hoe de publieke omroep daar probeert informatie voor alle burgers toegankelijk te maken. “Daar slagen ze er in”, zegt ze. Ze hoopt dat het een voorbeeld is voor Nederland. Inmiddels maakt ook in ieder geval de NOS al een wekelijkse nieuwsuitzending in begrijpelijke taal. Dat is volgens haar hoe het moet.