Onvrede over verdeling miljarden uit Herstelfonds

De Tweede Kamer is het niet eens over de verdeling van de miljarden uit het coronaherstelfonds. “Het is toch een veel te weinig ambitieus plan dat we hier hebben, met een democratisch tekort?”

4 min. leestijd
Business strategy and growth 2022 concept. Businessman point increase graph corporate future growth plan after covid-19 crisis. Business plan and development to success. Improve to high performance.

De Tweede Kamer is ontevreden over de manier waarop het kabinet de plannen voor het coronaherstelfonds heeft gemaakt. Er is te weinig met gemeenten, provincies en cultuurorganisaties overleg geweest. Minister Kaag is het niet met de kritiek eens. ”De plannen komen niet opeens uit de lucht vallen.”

De Tweede Kamer moet formeel toestemming geven aan het kabinet om het plan in Brussel in te dienen. Voor de besteding van de ruim vier miljard euro gelden een aantal regels: zo moet 37 procent van het totale bedrag worden besteed aan het tegengaan van klimaatverandering, en 20 procent aan digitale transitie (investeren in nieuwe technologiën om duurzame economie mogelijk te maken). Nederland gaat daar in het ingeleverde Herstel- en Veerkrachtplan, een plan dat nodig is om in aanmerking te komen voor geld uit het Coronaherstelfonds, ruimschoots overheen: 40 procent van het geld komt bij klimaatdoelen terecht, 32 procent bij de digitale transitie. Maar niet iedereen is tevreden.

Want kritiek op de verdeling was er vanuit de Tweede Kamer voldoende: GroenLinkser Van der Lee stelde dat het kabinet twee fouten heeft gemaakt: te lang gewacht met het indienen van de plannen en te weinig overlegd met andere partijen. “Nu zitten we in tijdnood”, zei hij. “Het kabinet heeft ten onrechte besloten om het proces niet veel openlijker te laten verlopen en al veel eerder partijen, ook regionale en lokale overheden en de cultuursector, erbij te betrekken”.

Kritiek die ook Laurens Dassen – fractievoorzitter van Volt – heeft. Hij vraagt zich eveneens af waarom lokale overheden in de onderhandeling gepasseerd zijn, en ziet dat de gelden uit het Herstelfonds vooral worden gebruikt om coalitiebeleid te bekostigen. Minister van Financiën Kaag (D66) antwoordde daarop dat die lokale overheden wel degelijk zijn gehoord: “Tijdens de kabinetsformatie zijn verschillende belanghebbenden uitvoerig geconsulteerd”.

Kleine ondernemer

En er zijn meer zorgen: Kamerlid Ephraim van de Groep Van Haga is bang dat de er geen geld naar de kleine ondernemer gaat, terwijl die juist gecompenseerd moet worden na twee jaar coronaleed. Dat vindt de SGP ook: de reformatorische partij wil dat er geld vrijkomt voor de ondernemers en huishoudens, want ook die dragen de financiële lasten van de pandemie. Volgens Kaag is daar wel degelijk aan gedacht: “Het HVP [Herstel- en Veerkrachtplan, red.] bevat natuurlijk ook verschillende investeringen in bijvoorbeeld duurzaamheid, woningbouw, onderwijs en mobiliteit die ook, of soms met name, het midden- en kleinbedrijf (mkb) ten goede komen”.

Christine Teunissen (Partij voor de Dieren) noemde de plannen van de regering voor de besteding van het geld uit het coronaherstelfonds “weinig ambitieus”. “De kansen die we hebben, kunnen we benutten om nu hervormingen door te voeren,” zegt ze over de miljarden uit het Herstelfonds. Maar Teunissen ziet een probleem: Nederland bepaalt niet aan welke voorwaarden het plan moet voldoen om het geld uit te kunnen geven, dat doet de EU. “De Europese Commissie beslist over de voorwaarden”, zei ze. Teunissen noemde het “een democratisch tekort”, dat Nederland zelf niet gaat over voorwaarden zoals het percentage dat aan klimaat en de digitale transitie besteed moeten worden. Ook de PVV en Forum voor Democratie vinden dat niet Europa moet bepalen waar het geld naartoe gaat, maar het Nederlandse parlement.

Overleg

Kaag wilde niet spreken van het ‘democratisch tekort’ waar Teunissen het over heeft. Zij benadrukt juist dat de Europese afspraken (de 37 procent naar klimaat en de 20 procent naar de digitale transitie) in overleg met het Nederlands parlement zijn gemaakt: “We zijn lid van de Europese Unie. We hebben zelf voor deze criteria gevochten in goed overleg en met steun van dit parlement”.

En dat Nederland er zo lang over heeft gedaan om een plan in te dienen, heeft volgens Kaag te maken met de moeizame kabinetsformatie. “We hebben door de lange formatie best wel wat tijd verloren, en dat vind ik betreurenswaardig. Maar het zijn geen oude plannen. Ze zijn relevant, want ze zijn onderdeel van een recent gesloten coalitieakkoord”.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie