Waterstof moet juist nu een enorme stimulans krijgen. De provincie Drenthe geeft niet alleen geld aan kansrijke projecten zoals een waterstof-tappunt en mogelijkheden om vanuit een zonnepark rechtstreeks waterstof te produceren, maar krijgt ook Europees geld.
Routekaart
Gedeputeerde Tjisse Stelpstra heeft namens Noord-Nederland met nog zestig Europese regio’s plannen ontwikkeld om de waterstoftechniek binnen enkele jaren grootschalig te introduceren. De Europese Commissie probeert met zogenoemde waterstofvalleien (op z’n Engels: de Hydrogen Valleys Partnerships) regio’s te laten samenwerken. Ook wetenschappelijke instituten en het bedrijfsleven werken daarin samen. In gesprek met Brusselse Nieuwe zegt hij dat de reacties op het advies positief waren.
Kern van het advies is dat er geen wildgroei ontstaat. Stelpstra wil wat hij noemt een routekaart voor waterstof ontwikkelen. Een exact plan met stappen waaraan elke regio die met waterstof aan de slag gaat, aan moet voldoen. Dat varieert van de wijze waarop ze de kennis delen tot de wijze waarop de nieuwe brandstof wordt vervoerd.
Noord-Nederland is uniek
Noord-Nederland is dit jaar gekozen tot beste waterstofregio van de Europese Unie. Dat komt vooral omdat in de noordelijke provincies de hele productieketen samenwerkt. Vanaf het moment dat de windmolens energie opleveren tot het moment dat de waterstof gebruikt kan worden als brandstof voor auto’s of treinen. In Groningen gaan binnenkort de treinen op waterstof rijden, de aanbestedingsprocedure loopt en in Groningen rijden er al bussen op de nieuwe brandstof.
Maar er zijn volgens Stelpstra nog meer redenen om vol op waterstof in te zetten. “Het gasveld in Groningen moet namelijk dicht, waarbij veel banen verloren gaan. We moeten de werknemers omscholen en ze in de waterstofindustrie laten werken.”
Het noorden ligt volgens de gedeputeerde goed, omdat de vele windmolens op zee energie leveren en ook de zonneparken een constante basis zijn om waterstof van te maken. “Noord-Nederland is uniek!“ laat hij enthousiast weten. Stelpstra maakt graag een vergelijking met vroeger. “Drenthe is altijd koploper geweest, vroeger met turf en daarna met gas en olie. Drenthe vindt het belangrijk om ook nu koploper te zijn. Energie zit in ons DNA dus nu moeten wij gaan voor waterstof”.
Studenten
Er zijn ook verbeterpunten die Noord-Nederland graag deelt met de rest van de EU. Bijvoorbeeld het betrekken van studenten vanaf het begin door hen projecten te geven die kunnen bijdragen aan het onderzoek. Daarnaast is het belangrijk dat de arbeidsmarkt mee beweegt. Dat kan door bedrijven voorlichtingen te geven en hen op de hoogte houden wat de ontwikkelingen zijn.
Stelpstra denkt dat studenten belangrijk kunnen zijn voor de innovatie en ontwikkeling op het gebied van waterstof. “Uiteindelijk zijn de studenten de toekomstige werknemers”, zegt Stelpstra. Maar daar ligt ook het gevaar, als er niet genoeg studenten zijn die zich aanmelden voor de studie die gericht is op waterstof en de energietransitie, dan is er geen toekomst.
Ook kleine projecten
Daarnaast moet de focus beter verdeeld worden volgens Stelpstra. “Grote projecten zijn belangrijk, maar kleine projecten mogen zeker niet vergeten worden. Veel ontwikkelingen vinden plaats in kleine projecten die invloed hebben op de grote projecten.”
Hij doelt hier op de mensen die bijvoorbeeld in een woonwijk wonen waar huizen worden gebouwd die op waterstof lopen. Bij een project zoals deze heb je te maken met veel verschillende belanghebbenden. Om deze reden moet er genoeg geld overblijven voor de kleine projecten.